Huis Ampsen, zoals het er omstreek 1890 uitzag (voorzijde) (foto: collectie Stedelijke Musea Zutphen) Karei de Stoute stonden deze vorsten de Gelderse onderdanen diverse voorrechten toe. De gehate "Raadkamers" van Karei de Stoute, rechtbanken die een afwijkend rechtssysteem hanteerden, werden niet meer ingevoerd7. In 1486 stelde Maximi- liaan van Oostenrijk een "Hofraad" in, die zaken in hoger beroep moest beoor delen, zoals dat ten tijde van de hertogen Arnold en Adolf werd gedaan. Margriet van Keppel bracht in 1486 haar zaak nu voor dit Hof. In de notulen van de Hofraad, die van de jaren 1486-1488 bewaard zijn gebleven, kunnen we lezen dat Margriet een "supplcacie" (verzoek schrift) heeft ingediend. Uit de notulen valt nu ook te lezen dat Margriet van Keppels eigen naam Int Laet was - een naam, die meer bij onze oosterburen voorkomt. Dit zou erop duiden, dat zij uit Münster of Kleef afkomstig was. De Hof raad besloot, dat partijen zich voor het Hof te Arnhem konden komen verant woorden. Op verzoek van de stad Zut phen werd een datum afgesproken waarop afgevaardigden van beide par tijen, met wederzijds goedkeuring, elkaar konden treffen. Op 17 november 1486 convenieerde het Hof voor deze zaak. Voor de Vrouwe van Keppel traden van wege de stad Zutphen de twee schepenen Evert Schoeldeman en Willen Yseren op. Een halfjaar later besliste het Hof, dat Margriet haar goederen in bezit mocht nemen èn dat de stad Zutphen haar daar bij behulpzaam moest zijn. Voorts dat Adolf van Nassau als stadhouder van Maximiliaan van Oostenrijk zich per soonlijk met de kwestie zou bemoeien in het geval Henrick van Keppel zich op nieuw tegen het vonnis verzette. In de rest van de notulen is helaas niets verder over deze zaak te vinden. Blijkbaar heeft ook dit vonnis niet het ge wenste effect gesorteerd voor Margriet. Hertog Kareis vonnis In 1495, dus tijdens het bewind van her tog Karei van Gelre (1492-1538), bracht zij de kwestie opnieuw voor zijn Hof raad. Van beide partijen werden de stuk ken ter inzage geëist. Henrick van Keppel beweerde opnieuw dat Margriet niet wet telijk met zijn vader was getrouwd. Zij overhandigde nu een schriftelijk bewijs van de pastoor en de koster van de kerk waar het huwelijk had plaatsgevonden. Het oordeel van de hertog werd mede be paald door het nieuwe "Landrecht", dat de vorst in 1495 voor Zutphen had inge voerd. Hierin werd onder andere be- 83

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1997 | | pagina 13