werden precies vastgelegd - zou Albert op de Korenmarkt in Kampen in twee ter mijnen worden overhandigd. Deze notitie is doorgehaald in het boek waarin zij werd opgeschreven en vervangen door een andere, waarin de voorwaarden iets veranderd zijn. Tolner zou Albert op de Korenmarkt schriftelijk van de verkoop op de hoogte stellen. Deze Tolner komt on der meer in 1459 voor als lid van het stadsbestuur van Reval32. Een zus van hem woonde op z'n minst vanaf 1461 in Kampen. Zij was getrouwd met ene Hen drik Valke en stierf er in 147433. Zo wordt duidelijk hoe omvangrijk het web van za kelijke en familiale banden was dat van de Baltische gebieden tot in Oost-Neder land gesponnen werd! Overigens had Kampen reeds in 1414 een privilege ver worven van de hertog van Bretagne in verband met de Baaivaart, geruime tijd voor de toewijzing van eenzelfde alge meen voorrecht aan de Hanze34. Uit de late jaren '40 zijn enkele gegevens beschikbaar waaruit blijkt dat Albert ge woon was met grote sommen geld om te gaan. Zo lieten in augustus 1448 Hendrik en Johan ter Bruggen voor de Zutphense schepenbank vastleggen dat Albert hen op het afgesproken tijdstip en naar volle tevredenheid 450 Rijnse guldens had te rugbetaald35. Hendrik ter Bruggen was toentertijd vermoedelijk stadsbode36. Waarschijnlijk werd er een gezegelde kwitantie opgesteld en aan Albert over handigd; deze is niet bewaard gebleven. Zoals vaker het geval is met dergelijke notities, zijn zij met geen mogelijkheid aan gegevens uit andere bronnen te kop pelen, zodat de achtergrond van de trans actie duister blijft. Een tekst van precies een jaar later maakt duidelijk dat Albert 438 Rijnse guldens uit de stadswissel (een voorloper van de bank) had opgenomen, die daarin waren gedeponeerd door An- dries Kreynck ter aflossing van een gelde lijke verplichting aan Aernt van Zwiep. Op het moment dat de tekst werd opge steld had Albert nog slechts 126 guldens afbetaald. Het restant vermaakte Aernt testamentair ten gunste van het onder houd van de kapel van het H. Sacrament in de Sint Walburgiskerk en speciaal voor de verlichting daarin. Aernt gaf de door Albert zelfgeschreven schuldbekentenis in bewaring bij de kerkmeesters en de 'verwaarder' van de kapel. De betaling iep dus rechtstreeks via Albert. Van het geld zouden jaarlijks twee uitdelingen aan de armen worden verricht ten be hoeve van het zieleheil van Aernt en zijn ouders37. Aernt van Zwiep was blijkens een bewaard gebleven rekening in 1442 boekhouder van het Sacramentsgilde ge weest. Vanaf 1450 keerde de stedelijke onderrentmeester Alberts jaarlijkse lijf rente van 50 pond uit aan Elsebe (Elisa beth) van Zwiep, denkelijk de vrouw of een verwant van Aernt. De schepenbrief die hiervan werd opgemaakt is niet meer voorhanden38. Dit alles bevestigt dat Ai- bert op de Korenmarkt een kapitaalkrach tig heerschap was. Een zutphens leven Wat weten we verder over de gebroeders Op de Korenmarkt? Willem heeft in Zut- phen zoals gezegd weinig sporen achter gelaten, omdat hij de belangen van de handelsonderneming in Danzig (en Brugge) behartigde. Ik neem dan ook aan dat hij daar gevestigd was. Net als Albert beheerste ook Willem de kunst van het schrijven39. Albert leefde reeds in 1446 in een aanzienlijk huis aan de Korenmarkt in Zutphen (tegenwoordig Groenmarkt nr. 26). Het bijbehorende perceel, dat tot aan de Kolenstraat reikt, is het grootste in het desbetreffende kadastrale blok. Tot aan zijn dood heeft hij hier gewoond40. Het heeft er alle schijn van dat Albert geremi greerd is naar het familiehuis aan ('op') de Korenmarkt. Zes jaar later stond hem in de stad ook een hoff ende erfnisse ter beschikking. Deze lag naast een gaarde aan de Kommerstraat, welke aan de an dere kant aan broekland grensde en zich aan de achterzijde uitstrekte "nae uutwy- sen deer paelen de daer geset syri'. We bevinden ons hier aan de rand van de stad in drassig gebied, waar Albert ver moedelijk een moestuin onderhield41, in 1451 pachtte hij een gebruiksrecht op 54

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1997 | | pagina 8