megen op wijn en goederen van Keulse burgers ter waarde van 8591 gouden pen ningen 5. Als dit verband inderdaad ge legd kan worden, betreft het een schade vergoeding. Die 37 namen zijn hoogst waarschijnlijk die van Zutphense handelaren. We treffen bijvoorbeeld Eg bert van den Rine aan, die in 1372/1373 verschillende typen molenstenen leverde aan het Zutphense stadsbestuur6. Dat Ste ven een handelaar was, blijkt uit een no titie in de stadsrekeningen van Deventer, de zogeheten 'cameraarsrekeningen'. In de rekening van 1366 is op de dinsdag na Beloken Pasen (d.i. 14 april) een bedrag van drie schellingen en negen penningen verantwoord voor een bijeenkomst van zes stadsbestuurders met Steven "daer sy wine teghens dingheden"7Het woord dingen heeft doorgaans betrekking op rechtszaken, maar hier is veeleer een be tekenis 'een bod doen op' of 'een over eenkomst sluiten' van toepassing. Op de vergadering zou dan onderhandeld zijn over de leverantie van een lading wijn aan de stad Deventer. Mogelijk was Ste ven een gespecialiseerde wijnhandelaar, maar misschien verhandelde hij ook we! andere produkten. Onder de zes Deven ter stadsbestuurders ontwaren we de ca- meraar in wiens rekening de post geboekt werd en een van de twee wijnheren van dat jaar. Net als in het geval van de ca- meraars gaat het bij de wijnheren om zo genaamde 'raadsambten', dat wil zeggen functies die (althans in Deventer) gedu rende een jaar werden vervuld door steeds een vast tweetal van de zittende schepenen. De wijnheren inden de wijn accijns en beheerden daartoe een aparte kas. Het was een nogal zware delegatie die met Steven onderhandelde. Dat hij in Deventer bestuurskringen geen onbe kende was, blijkt wel uit de vermelding van zijn naam in de rekening zonder de toevoeging 'van Zutphen'. We ontmoeten Steven opnieuw in de stadsrekeningen van 1371/1372 en 1381/ 1382. In de eerste rekening ontvangt hij geld in verband met een veldtocht naar Brabant, in de tweede rekening keert de stad hem een pensie (erfrente) uit8. Uit een oorkonde van begin december 1383 blijkt onomstotelijk dat er twee Ste vens zijn geweest9. In de tekst is sprake van Dirk van Horssen, momber (voogd) van Steven. We hebben hier een nog on mondig kind voor ons, dat ten tijde van de opstelling van de oorkonde 15 jaar of jonger was. In Zutphen was namelijk in 1376 bepaald dat een kind op z'n 16e 'voor de wet' volwassen was10. Deze Steven is derhalve op zijn vroegst in 1368 en op zijn laatst in 1383 geboren en kan zodoende onmogelijk dezelfde zijn als de Steven uit de vorige vermeldingen. Die was overduidelijk reeds in 1360 (of hooguit 1366) een volwassen en in juridi sche zin handelingsbekwame man. We mogen er daarom wel van uit gaan dat het hetzij een vader en een zoon betreft (of een verwantschap in een andere graad) hetzij twee gelijknamige personen die niet verwant waren, maar beiden ver noemd werden naar hun woonplaats in de stad: aan de korenmarkt. Ik beschouw de eerste mogelijkheid als de meest waarschijnlijke. In het tweede geval zou men ter nadere identificatie een extra naamsbestanddeel (doorgaans een patroniem) hebben toegevoegd, zoals toen de gewoonte was. Uit de tekst van de oorkonde van 1383 blijkt dat de moeder van Steven jr, Hade- wich ("Hadedich", zo spelde de oorkon- denschrijver per abuis), getrouwd was met Lambert Stuerman. Dit zet ons op het spoor van de achtergrond van het opstel len van de oorkonde. Het was in de ste den van de Late Middeleeuwen gebruike- ijk om het bezit van de kinderen van een hertrouwende weduwe of weduwnaar te registreren. Dit is onder meer uit Deven ter bekend. Men sprak daar van de bewis- inge van der kinder guet en noteerde der gelijke gegevens al kort na het midden van de 14e eeuw in aparte boeken. We kunnen daarom concluderen dat Steven sr niet lang tevoren overleden zal zijn, en wel tussen 25 januari 1382 - toen hij nog een rente van de stad ontving - en 6 de cember 1383. De tweede man van Stevens moeder Ha- 50

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1997 | | pagina 4