Kleemann opgevolgd, maar deze werd al
weer spoedig naar Zwolle "beroepen"29.
In april 1670 vroeg de ons bekende Wil
lem Jacobs (nu als stads-"reijnmaecker")
negen gulden vergoeding aan, voor "het
los maecken van het secreet aen het
scherprichtershuis"30. Waarschijnlijk had
Philipp zijn woning, bij zijn vertrek naar
Groningen, niet al te netjes achtergelaten!
Al kort na PhiIipp"s aanstelling te Gronin
gen overleed daar (eind 1 672/begin
1673) zijn vrouw Elsken. In dezelfde
tijdsspanne overleed in Leeuwarden mr.
Valentijn Adam (scherprechter voor de
provincie Friesland 1658-1673). In de
aanstellingsakte voor de nieuwe Friese
scherprechter d.d. 4-3-1673 wordt Phi
lipp als opvolger van Valentijn genoemd.
Echter zijn naam werd weer doorgehaald
en veranderd in Hans Kahle (CalIe)31Mo
gelijk was er bij deze benoeming tussen
Philipp en Valentijns weduwe een on
overkomelijk geschil gerezen, want direkt
hierna hertrouwt Philipp met Epke Ipens
(Klingius) en blijft verder aan als scherp
rechter te Groningen. Epke is geen
scherprechtersdochter en woonde moge
lijk al sedert juni 1670 als dienstmaagd in
de scherprechterswoning. Het werd geen
gelukkig huwelijk, want op 8 juli 1686
vroeg Epke scheiding van haar man aan
en "iets van sijn tractement, tot haer on
derhoudt". Philipp werd nu geordonneerd
om zijn vrouw weer in zijn huis op te ne
men, daar ze anders "van malcanderen
sullen worden gesepareert" en Epke hier
bij de helft van zijn tractement zal ont
vangen32. De ruziënde echtelieden bleven
echter niet lang verenigd, want op 13 juni
1688 komt Philipp van Gorcum te overlij
den. Kort voor zijn overlijden werden nog
de glazen (ruiten) in de scherprechters
woning "uitgeslagen" en weer hersteld33.
Epke wordt als weduwe nog het laatste
(kwartaals-)tractement van de scherprech
ter toegewezen en mag tot Allerheiligen
in de scherprechterswoning blijven wo
nen. Als nieuwe scherprechter te Gronin
gen wordt nu op 7 september 1688 Phi-
lipps zoon Dirk van Corcum
(*1659/+1 726) benoemd34. Deze wordt
echter op 19 januari 1 694 wegens "sijn
quade comportementen"(!) weer uit zijn
functie ontheven35.
De (Zutphense) scherprechter
Eeuwenlang deelde men de mening, dat
inbreuk op de bestaande rechtsorde al
leen door afschrikking kon worden ge
keerd. In vergelijking met nu werd er
vroeger dan ook zeer streng gestraft. Men
had de keuze uit talrijke lijf- en doodstraf
fen, zoals brandmerken, geselen, vermin
ken, ophangen, wurgen, onthoofden, rad
braken, enz. enz. Hoewel deze executies
zeker niet iedere dag plaatsvonden, wa
ren dit voor onze voorouders gebeurtenis
sen, die gewoon tot hun normale leven
behoorden. Ook van overheidswege
werd het openbare karakter van deze
executies zoveel mogelijk bevorderd. Dit
vooral "tot een exempel ende afschrik".
Genoemde vonnissen werden voltrokken
door de scherprechter. Bij het horen van
de naam scherprechter, denkt men ook
nu nog vaak aan een bruut en geweten
loos mens, die wegens zijn verwerpelijk
beroep veracht en gemeden werd. Vooral
oude publicaties zijn hier debet aan. Re
cente studies en publicaties bewijzen
echter het tegendeel36. De scherprechter
was veelmeer een beëdigd en achtens
waardig justitieambtenaar, in dienst van
een stad of provincie. De strafexecutie
was zijn opgedragen taak en diende tot
handhaving van de rechtsorde. Het is
daarom ook begrijpelijk, dat menige
scherprechter zich een autoriteit achtte.
Officieel werd hij dan ook wel "Meester
van den Scherpen Zwaarde" of "Execu
teur van den Scherpe (of Criminele) Ge
richte" genoemd37.
In de late Middeleeuwen werd het
scherprechtersberoep op grond van het
christelijk verbod tot doden nog vaak als
een zonde beschouwd, echter vanaf de
16e eeuw gold op basis van hetzelfde
christendom de strafjustitie meer als een
wil van God en zodoende ook rechtvaar
dig. In de 18e eeuw dan, onder invloed
van de leerstellingen van het natuurrecht,
28