Cornel is R.H. Snijder Inleiding Door in de titelaanhef de benaming "beul" te gebruiken, begin ik eigenlijk met een gevoelig foutje. Immers de offi ciële benaming voor dit beroep is reeds van oudsher "scherprechter". Een scherp rechter was hij, die het scherpe zwaard hanteerde, dit in tegenstelling tot de man die ophing, de hangeman of beul ge naamd1. Daarvoor was geen of weinig vakmanschap voor benodigd en werd door de scherprechter gewoonlijk aan één van zijn knechten opgedragen. Het gebruik van deze verschillende benamin gen gaf ook vroeger reeds aanleiding tot grote onenigheid. Een oude gerechtelijke procedure (1 779) leerde mij, dat de Friese scherprechter Dirk van Gorcum (achter kleinzoon van de hoofdpersoon in dit ar tikel) te horen was gekomen, dat iemand hem bij herhaling beul had genoemd. Hij vond dat deze benaming hem "als een veragtelijk persoon deed voorkomen" en besloot een klacht in te dienen om een "boete te laaten citeeren"2. In mijn publikatie over het scherprech- tersgeslacht Snijder/Schneider wordt ook diverse malen naar de familie Van Gor cum verwezen3. Tijdens het onderzoek hiervoor was mij in Zutphen reeds vol gende huwelijksinschrijving opgevallen (30-1-1657): "Philips Geercken j[onge] M[an] van Neemen Neheim/Duitsland) wonende a[Ihier]" met Elsken Snijders Möller), Derck Snijder g[ewezen] Scher prichter a[!hier] n[agelaten] w[eduwe]". Genoemde Derck Snijder Diderich Sch neider) was van 1649-1656 scherprechter te Zutphen; bij zijn aanstelling was hij af komstig uit Olfen bij Dortmund4. Eind 1656 is hij in Zutphen overleden. Voor dat zijn weduwe Elsken Möller op 11 ja nuari 1657 met Philips/Philipp Ge(e)rc- ken in ondertrouw ging, werden er eerst twee voogden over drie van Dercks on mondige kinderen benoemd5. Zoals heel gebruikelijk bij scherprechtersfamilies6, bestond er mogelijk al een relatie tussen de families Snijder en Ge(e)rcken; beide families stammen uit het Hochsauerland7. Bij haar hertrouwen behield Elsken Möl ler alle rechten op de scherprechtersfunc- tie, terwijl haar man Philipp pas eind 1658 tot (provisioneel) scherprechter werd benoemd. Zijn aanstelling wordt als volgt in de Zutphense Memorie- en Reso lutieboeken beschreven (24-11-1658): Verlesen ende geexamineert sijnde d"overgegevene attestatie wegens den scharprichter Philips Garken de dato den 8en Augusti deses Jaers 1658. Is goet ge vonden desselffs aanneminghe tot ordina- ris scharprichter alhier voor als noch in advijs te holden, ende dat hij maer bij provisie tot den selven dienst sail gebruij- cke worden, om inmiddels van desselffs ervaerentheijt te connen meerder verseec- kert werden8. Philipp van Gorcum (Gereken) Tijdens Philipps verblijf in Zutphen (1657-1670) werd zijn Duitse familie naam Gereken (Goercken/Görcke) tot Van Gorcum verbasterd. Voor verder on derzoek naar zijn voorgeslacht waren er twee mogelijkheden. Bij zijn huwelijk te Zutphen (1657) werd hij nog jongeman "van Neemen" genoemd, terwijl zijn her komst later weer (1670, bij zijn aanstel ling als scherprechter te Groningen) als "Arentsbergh in 't Courfurstendom Col- len" genoemd werd9. Juist deze combina tie Arentsbergh/Neemen zette mij op het spoor van het tegenwoordige Duitse ste- dengewest Arnsberg/Neheim/Hüsten. Dit was een gouden greep, want in deze re- 25 Philïpp van Gorcum (Gereken)^ een aanstelling als beul te Zutphen^ 1658-1670

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1997 | | pagina 3