de Ned. Spoorwegen op de plaats van de polygonale loods, is er aan het emplace ment tot het einde van de Tweede We reldoorlog weinig veranderd. Wel kwa men er na enige tijd rails te liggen aan de voorkant van het station. Als eerste verscheen hier de Zutphensche Tramweg Maatschappij ten tonele met een paardetramlijn van 750 mm spoor- wijdte. Op 16 mei 1889, toen de maat schappij officieel nog niet eens bestond, werd de paardetramlijn van het station Zutphen, via IJsselkade, Marspoortstraat, Groen- en Houtmarkt, door de Sprong- straat, Beukerstraat en over de Warns- veldseweg naar Warnsveld, met als eind punt het toen al zeer bekende hotel De Kap, feestelijk geopend. Erg floreren deed het bedrijfje niet en het werd dan ook op 1 december 1901 over genomen door de Tramweg Maatschappij "De Graafschap", die de lijn, nu als stoomtram, doortrok via Vorden naar het Gelderse Hengelo. Tot 30 januari 1904 bleef de paardetram nog rijden op het traject Station-de Kap, maar al op 21 december 1903 gingen stoomtrams rijden tussen Zutphen en Hengelo. Inmiddels was nóg een maatschappij voor het station verschenen, namelijk de Tramweg Maatschappij Zutphen-Emme- rik, die op 12 september 1902 de stoom- tramdienst voor het publiek opende, na dat de lijn twee dagen tevoren, uiteraard weer met de nodige feestelijkheden, was ingewijd. De ZE volgde tot de Sprong- straat de route van de paardetram naar Warnsveld en ging dan verder over de Zaadmarkt, Spittaalstraat en Emmerikse- weg. In 1926 vond nog een uitbreiding plaats met Zutphen-Deventer, waartoe rails wer den gelegd onder de IJsselbrug door en langs de noordzijde van het stationsem placement. In de jaren 1944 en 1945 ontstond veel schade in Zutphen en ook het stationsem placement bleef niet gespaard. Het begon al met de ontploffing, na beschieting door vliegtuigen, van een munitietrein. Vervol gens vond op 14 oktober 1944 een zwaar bombardement plaats, dat gericht was op vernieling van de spoorbrug. Dat lukte niet, zodat de uitschakeling van de brug aan de Duitsers bleef voorbehouden. De IJsselbrug was tijdens de Tweede We reldoorlog tweemaal opgeblazen, eerst in de vroege morgen van 10 mei 1940 door het Nederlandse leger en op 6 april 1945 door de Duitsers. In 1940 kwam het spoorwegverkeer na de capitulatie weer vrij snel op gang. Met ingang van 24 mei reden er weer treinen van Apeldoorn in de richting Zutphen. De brug was toen nog niet hersteld, zodat in de Hoven een tijdelijk eindpunt kwam. Verder reden er op 28 mei 1940 weer treinen op het tra ject Zwolle-Deventer-Zutphen, Zutphen- Winterswijk en Zutphen-Goor. n 1945 duurde het allemaal wat langer en zo kwam Apeldoorn-de Hoven in dienst op 20 augustus 1945. Pas op 12 augustus 1946 kon er weer over de brug gereden worden. Het was een tijdelijke voorziening tot op 26 maart 1950 een nieuwe overspanning, die reeds op dub- bel-spoor berekend was, werd geplaatst. Van de landzijde was Zutphen per trein bereikbaar vanaf 1 7 december 1945, toen, zoals al gezegd, het baanvak Vor- den-Zutphen werd heropend. Het aan sluitende stuk Vorden-Winterswijk was al op 24 september 1945 gereed gekomen. Bij het herstel van de spoorbrug over de IJssel werd de draaibrug, die de vernieling van de brug in 1940 overleefd had, ver vangen door een hefbrug. Begin 1947 werd begonnen met het herstel van de opgeblazen brug over het Twentekanaal, zodat daarna ook weer naar Deventer en Hengelo kon worden gereden. Op het emplacement waren de locomo- tievenloods en de watertoren zo zwaar beschadigd, dat aan herstel niet viel te denken. De watertoren kwam niet terug, maar op de fundamenten van de ver nielde locomotievenloods werd in 1948 een nieuwe loods gebouwd met zeven sporen. De oude loods had er vijf gehad. 44

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1997 | | pagina 22