meld: Johan Ru eter de Jonge gaf Wen de Ie sijnen echten wijve des eersten morgen daer hij van oer opstont uit den bruyt- bedde ind se beslaepen hadde hondert Rijnsche gl. te morgengaeve van oere beider guet, eens an gereden gelde te hef fen8. Het bedrag moest dus in één keer in contant geld worden uitbetaald. In 1558 schonk Bernt van Presickhave joffer Cat- harina Barners sijner ersten beslapener huisvr. van oer beider goed 400 o.[oude] schilden9. Het valt op dat in de tweede helft van de 16e eeuw 'wijf steeds vaker vervangen wordt door 'huisfrouw' en soms door 'gehuwde'. De gevoelswaarde van het woord wijf ging kennelijk al ach teruit. Het woord vrouw in plaats van wijf was niet bruikbaar omdat met 'vrouw' een adellijke dame werd aangeduid, niet een echtgenote10. In lijn met deze ontwik keling is dat men tot omstreeks 1450 bij voorbeeld vermeldde Kartharina echte wijf. Een halve eeuw later wordt dat Joffer Katharina Stuerman met vermelding van 'joffer' en meisjesnaam en in de tweede helft van de 1 6e eeuw D'Ehrenrijcke ind duigsaime joncfrouw Agnes van Twickel. Bij de mannen ging de titel inflatie net zo. In 1560 schreef men: Jaspar Kreynck on sen L. Mederaitsvrint. In 1570 was dat al: De erenfeste/ vromeersame, ind acht bare Jaspar KreynckIn 1580 over de zelfde: D'erenfestehoochgeleerde ind wijze Jaspar KreynckCon. Maj. Raidt in Gelderlandu Soms werd een foefje gebruikt om een vrouw als rechtspersoon te kunnen laten optreden. In 1517: Henric van Vorden ind joffer Dorothea Yserens, als een coopvr., worden waerborge na onser stat ind erfhuis recht van Zutphen voir den samtlicken kinderen zal. Henric Berck burgemeyster, op t' nagelaiten guet zal. Henr. voorsu. Hier kreeg de tante dus een bevoegdheid die normaal alleen aan mannen was voorbehouden. De kinder loze, rijke Dorothea Yseren - ze bezat al leen al drie huizen en veel grond - liet haar bezit ook na aan haar neefjes Berck. Koopvrouwen, bijvoorbeeld de weduwen van gildebroeders, konden financiële transacties zonder momber rechtsgeldig verrichten en lid blijven van een gilde. Vrouwen gingen ook wel eens over de schreef. In 1457 werden genoemd An- dries Iseren en Ermgard13. Deze Ermgart komt uitvoerig ter sprake in de kentenis- sen onder 1458. Op haar sterfbed liet ze thuis twee schepenen komen want ze kon niet meer voor de schepenen. Ze be kende de vervalsing van een brief die een schuldbekentenis inhield. ErmgardAn- dries Iserens wijf, Wenemers dochtervan Gent [Betuwe] [bejkande voor Johan van der Capellen ind Evert Scholdemanals voor schepenen, op oeren doetbedde dair sij op sterven wildedat soodaine brief van HIJ C Re gl. die men verhantgelden solde van xx stuveren éénals sij hadde als sij Andries oeren man gedaen heeft spreekende op Wenemer van Gent ind sijn wijf, daer van Steven Dueker ind sij met Tyman van Griet te Duven ant' recht gecomen. Dat de brief valsch ind onrecht is, want sij den br. bij oer selven hadde doen schrijven J14. Ze had het zegel van haar overleden vader gebruikt om het bezit van een bruidsschat te suggereren. Een zuster had daarbij geholpen. Zo'n ze gel hoorde bij de dood van de eigenaar te worden stukgeslagen. In 1534 werd op verzoek van de Heer van de Mars in de Hoven een aanklacht en een uitvoerige notitie opgenomen in het gerichtssignaat van de schout: Evert van Lintei geeft schuit joffer Anna ten Wall, dat sij seggen sal oft Evert van Lin tel bij haer geweest is ind mit kinde ge- maickt heeft, ind wie dat gedaen heeft. Joffer Anna Walle segt dat Evert voirsz. hair levens niet schuldich is geweest, oick niet mit kinde gemaickt heeft, dat sij heeft enen echten man geheiten Johan van Monster, die haer dat gedaen heeft, ind anders geenen vader tot den kinde en wettet, ind binnen Zutphen acht dagen lanck bij haer geweest is eer sij in den Kraem quam ind bij haer gelegen, ind oock mit haer binnen Doisborch bij hair vader IJ daeghen geweest ind huws. saec- ken eens geworden, anders en solde hair 7

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1997 | | pagina 9