boekhandel was alleen een aardig boekje te vinden met een beschrijving van en kele bezienswaardigheden en informatie over het afgebroken kasteel. Voor verdere informatie werden we verwezen naar het stadsarchief. Daar hebben we gesproken met de stads archivaris. Hij wist te vertellen dat - tot nu toe - geen verbinding te leggen was tussen het adellijk geslacht Rietberg en de dragers van deze naam in Nederland. Ook was het volgens hem niet bekend of de familienaam Rietberg misschien af komstig is van een persoon afkomstig uit Stadt Rietberg, die zich ergens anders heeft gevestigd. Op mijn vraag of er misschien een publi- katie bestond over het adellijk geslacht Rietberg of over de geschiedenis van de stad, kwam hij aanzetten met een boek dat verschenen was naar aanleiding van het 700-jarig bestaan van de stad in 1989. Dat dikke boek 700 Jahre Stadt Rietberg 1289-1989 heb ik gelijk aange schaft om thuis door te werken. Over het grafelijk geslacht Rietberg staat niet veel te lezen, maar er staat wel een verwijzing in naar een uitgebreid artikel over de graven van Rietberg in het West- fa li sch Zeitschrift. In één van de hoofd stukken van het boek kwam ik de tekst te gen van de zogenaamde grafsteen. Het bleek namelijk geen grafsteen te zijn, maar een sokkel met daarop een beeld van de heilige Johannes-Nepomuk. Het beeld, dat waarschijnlijk dateert uit 1 723, staat in de buurt van de in de jaren 1 747-1 753 gebouwde Johanneskapel. Op die sokkel staat een tekst in het Latijn welke in het Nederlands luidt: "De hei lige Johannes Nepomuk, uw beschermers (of beschermelingen?) hebben (dit beeld) aan u gewijd, Maximilian Ulrich en Maria Ernestina Francisca, graaf en gravin van Kaunitz, Oostfriesland en Rittberg". Met dit bezoek aan de stad Rietberg en het lezen van het boek 700 Jahre Stadt Rietberg was voor mij een einde geko men aan de illusie dat wij afstamden van het grafelijk geslacht Rietberg. Het genealogisch onderzoek Maar de herkomst van mijn familie heeft mij sedert dit bezoek aan Stadt Rietberg niet meer losgelaten. Op welke wijze ik een onderzoek naar die herkomst van de naam Rietberg zou moeten aanpakken was mij nog niet duidelijk. In die tijd heb ik - tijdens een verblijf in Zutphen - een bezoek gebracht aan het Stadsarchief; daar was een kleine archeo logische tentoonstelling over opgravingen in de nieuwbouwwijk Leesten te zien. Na wat rondgekeken te hebben, kwam ik in gesprek met iemand van het archief. Aan hem vroeg ik wat nu eigenlijk be waard werd in het archief. Na een uitge breide opsomming vertelde hij dat daar ook de persoonsgegevens van mensen ge boren, gehuwd en overleden te Zutphen bewaard werden. Op mijn vraag of de geboorteakte van mijn vader (1903) aanwezig was, ging hij gelijk aan de slag. Tot mijn verrassing bleek dit het geval te zijn. Hij wist ook de geboorteakte van mijn grootvader te voorschijn te toveren. Voor mij was het een soort van toveren. Ik begreep toen niet hoe hij wist wanneer mijn grootvader geboren was. Misschien heeft hij mij wel verteld over het bestaan van de 10-jarige tafels, maar dat heeft geen herinnering achtergelaten. Vanuit een doos haalde hij een brief te voorschijn waarin gevraagd werd naar de nakomelingen van een zekere Jan Riet berg uit Wesepe (gem. Olst), die in de vorige eeuw naar Zutphen verhuisd was. Die brief was afkomstig van de heer Piet Kuipers uit Bilthoven. Van deze brief en het uitgebreide antwoord op deze brief heb ik toen kopieën laten maken. Thuisgekomen heb ik alles eens rustig na gelezen en toen kwam ik tot de ontdek king dat die Jan Rietberg mijn overgroot vader moest zijn. Mijn sluimerende be langstelling werd gevoed door deze brief. Het heeft enige tijd geduurd voor ik con tact opnam met de schrijver van de brief. Allervriendelijkst werd ik te woord ge staan. Hij bleek al jaren bezig te zijn met 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1997 | | pagina 4