Op 22 maart 1876 werd op de Ooster
spoorweg een proefrit gemaakt op het
baanvak Amersfoort-Zutphen. Men ver
trok om 10 uur uit Amersfoort en was
daar terug om 16 uur. Een aantal direc
teuren van de HSM maakte deze tocht
mee, waarbij het station te Zutphen nog
niet werd bereikt omdat de aansluiting op
de lijn Arnhem-Zutphen nog niet gereed
was. Maar op 13 april 1876 was er weer
een proefrit. In de trein de minister van
Binnenlandse Zaken, de heer Heemskerk,
die met andere genodigden "eenige ogen
blikken" op het station van Zutphen ver
toefde.
Nog vóór de spoorweg officieel geopend
was, maakte Koning Willem III er op
1 mei 1876 al gebruik van. Op de terug
reis van zijn jaarlijkse bezoek aan Am
sterdam reed hij over de Oosterspoorweg
tot een klein stukje Apeldoorn, waar toen
de lijn naar het Loo aftakte. De verbin
ding van de kant van het station Apel
doorn naar het lijntje kwam er pas in
1887.
Intussen had de Kamer van Koophandel
te Zutphen zich in verband met de ko
mende opening van de Oosterspoorweg
tot de minister van Financiële Zaken ge
wend. De Kamer wees de minister erop
dat de laatste post uit Holland in Zutphen
aankwam met de trein van 18.42 uur.
Brieven van Amsterdam naar Zutphen,
die uit Amsterdam konden vertrekken met
de trein van half vier, kwamen diezelfde
dag dus niet meer aan. Ook de kranten,
die in Amsterdam 's middags of tegen de
avond uitkwamen, werden daardoor pas
tegen het midden van de volgende dag in
Zutphen bezorgd (het vervoer ging via
Arnhem).
Nu meende de Kamer dat, aangezien met
de aanstaande zomer het gedeelte Amers
foort-Zutphen van de Oosterspoorweg in
exploitatie kwam, zonder groot bezwaar
in de behoefte aan sneller vervoer zou
kunnen worden voorzien. Daarom nam
de Kamer de vrijheid de minister te vra
gen de dienst van de posterijen zo te re
gelen dat brieven en dagbladen nog de
zelfde dag konden worden verwerkt. Men
wendde zich ook tot de minister van Bin
nenlandse Zaken met het verzoek bij de
vaststelling van de zomerdienst op de
Oosterspoorweg, dat de laatste trein van
Amsterdam naar Zutphen niet eerder dan
om zeven uur 's avonds zou vertrekken.
Kort voor de opening van de spoorlijn, op
1 mei 1876, gebeurde er bij de IJsselbrug
een ongeluk met de trein naar Arnhem
van half vijf's middags. Deze kwam door
een verkeerde wisselstand op een ander
spoor en botste tegen een andere loco
motief. De materiële schade was groot,
persoonlijke ongelukken deden zich, op
wat lichte verwondingen van enkele pas
sagiers na, niet voor.
De nieuwe lijn werd op 13 mei 1876
aangekondigd in de krant:
Op Maandag 15 Mei wordt de lijn
AMERSFOORT-ZUTPHEN voor het
publiek vervoer geopend, zoowel voor
personen en bagage als voor goederen.
Aan deze lijn gelegen stations BARNE-
VELD en APELDOORN en de halten
ASSEL (uitsluitend voor personen en
bagage) en VOORST.
Door aanbouwing en vergrooting van
het station Zutphen worden tijdelijk
van en naar Zutphen uitsluitend reizi
gers en bagage vervoerd. Voor de
dienstregeling wordt naar de aan alle
stations verkrijgbare groote en kleine
biljetten verwezen.
Men was in Zutphen niet onverdeeld ge
lukkig met deze dienstregeling. Er ver
trokken dagelijks uit Zutphen zes treinen,
maar er kwamen er slechts vijf aan. Er
moest dus één trein leeg naar Zutphen te
rugrijden, en dat was niet logisch. Afge
zien van een ochtendtrein naar Amster
dam, die om kwart voor acht uit Zutphen
vertrok en die over de reis één uur en 57
minuten deed, deden alle treinen er meer
dan twee uur over, een zelts meer clan
drie uur!
Vergeleken met de tot toen te volgen
route over Utrecht en Arnhem kon dan
ook niet van een aanzienlijke tijdsbespa
ring gesproken worden. Wel was de reis
20