gegeven ellick tweehondert daler ind sul
len erven mit den andere kinderen tot sijn
guet ter gelijcke dilinge25.
Zijn voorbeeld werd snel gevolgd. In
1566: M. Alphaert van Tyll onser L. me
de ra itsvr. becandealsoo hij sijn drien
soonen als her FransHenrick ind Derick
van Till lange jairen soo in universiteiten
ind ander wegen tot leronge op swaere
costen onderholdendair tegen joffer Ma-
rikenDoorkenCertruit ind Aeltgen sijne
dochteren niet gecregen hebbendat sijn
vier dochteren voornmaicket ellick van
sijnen gude twee hondert daler tot 30 stu-
ver uit sijn huis in Waterstr2(>. 'Her' Frans
was een geestelijke. Henrick was schepen
van Zwolle en raad van Philips II in Over
ijssel en Derick kerkmeester in Zutphen.
Gaart of Godfridus van Achtevelt, zoon
van Ludolf stadhouder van de schout,
kwam met de rechter in aanraking omdat
hij heimelijk was getrouwd met Bertha
van Diest uit Deventer. Misschien voelde
hij meer voor de Reformatie. De officiaal
of kerkelijke rechter excommuniceerde
het echtpaar. In 1566 werden ze van die
straf ontslagen op voorwaarde dat ze bin
nen drie maanden in de kerk zouden
trouwen27. In 1570 werd vermeld: Steven
van Achtevelt ind joffer Sofia sijn vrouw
verkopen joffer Marie van Achtevelt
huisfr. van johan Splinter hair andeelen
van haer z. olderen huis an den Koorn-
marekt voor de Marspoort gelegen, tussen
z. Johan Barners ind z. Johan Holtsnijders
besieners huisachter uitgaende in de
Gasthuissteghe28. Marie vroeg de officiaal
in Oldenzaal ontbinding van haar huwe
lijk met Johan29. In 1563 daardoor: Joffer
Marie van Achtevelt is gesepariert mit
hair kint van Johan Splinter hair man ind
wordt hair tot alimentatie t' halve guet toe
erkent. Splinter heeft sulx beloift na te
comen30
De reden van de scheiding is niet overge
leverd. Deze zaken hebben misschien
hun neerslag gevonden in de letterkun
dige werken van mr. Coenraet, de broer
van joffer Marie van Achtevelt. Hij sollici
teerde naar de functie van pastoor van de
Nieuwstadskerk31. Hij schreef Latijnse
werken in verzen o.a. een lofzang op kei
zer Karei V: Triumphus Caroli [1561] in
vele delen. Verder schreef hij ais ge
schiedwerk een Chronicon ducatis Gel-
riae, Kroniek van het hertogdom Gel re
[1562]. Soms schreef hij onder pseudo
niem, begrijpelijk voor een pastoor, want
de Nederlandse titel van één van zijn
werken luidde: Over de slechtheid en
lichtvaardigheid der vrouw'Het ligt voor
de hand dat zo'n boek begint met Eva32.
Uit het zusterhuis
In 1556 werd Stine [Christiane], dochter
van Johan van Voirthuisen, en zuster van
de hiervoorgenoemde Johan van Voirt
huisen, proost van Deventer, opgenomen
in het Heer Hendrikshuis, Wolfshuis of
Catharinaconvent. Ze werd van de pro
fessie ontslagen in 1575, maar liet het
convent de 100 gulden die haar ouders
hadden geschonken als intredegeld be
houden33.
Een soldaat Raessinck trouwde met Mar
griet van Wisch, die uit het Adamanshuis
was vertrokken, hoewel ze de gelofte van
geestelijke staat had afgelegd. Hij heeft in
Zutphen gevangen gezeten en sneuvelde
als vaandrig in het Staatse leger in 1577
bij het beleg van de citadel van Namen34.
Hij zal de zoon zijn van de .schepen Jo
han Raessinck die tijdens de Opstand in
1582 aantrad (toen Zutphen een Oranje
gezind bestuur had) maar die binnen het
jaar overleed. 1
De Gelderse hoge ambtenaar, landrent-
meester Thomas Grammay die tijdens
een bezoek aan Zutphen een geestelijke
joffer uit het Adamanshuis, Grietgen Ba-
nix, zwanger had gemaakt riep men ter
verantwoording. De stadsroedendrager
werd enige malen uitgezonden om hem
op te roepen. Hij ging er niet op in: Den
9. Februari heeft hij den dienaer gesegt:
hij hielde sich niet voir een inwoonder
deser stadt, hij stonde onder Sijne Majes
teit als een officier, hij hadde met de ma
gistraat alhier niets te schaffen35De stad
diende een klacht in bij de kanselier van
Gelre en bij de landvoogd en bevelheb
ber Verdugo.
11