met ongedoopte klokken beng'len
bij Sint Michiel en zijn tienduizend
eng'len
geen priester zou hij zijn
die zoiets glippen liet
zegt Staring. Onze kerkmeester Johan
Tast maakt er geen gewag van in zijn kas
boekje, en dat is zonderling genoeg
Naar het schijnt heeft men hier in 1365
de klok ook nog op de begane grond met
zware ijzeren beugels vastgeklonken aan
de dikke eiken balk of as, waaraan zij in
het vervolg moest hangen, om daarna het
gevaarte in de toren te hijsen, wat betrek
kelijk gemakkelijk was, omdat er toen
nog geen gewelf in de toren aanwezig
was.
En nu weer het woord aan de kerkmees
ter.
Dit is (dat) uytghieven der kirkmeystere
van der groter doeken weghen
Int ierste: den Meyster van sinen lone die
kloeke to ghieten, 50 schilde
Item van holtetorve ende van kalen
(steenkool), 13 schilde6 g. Johan Tast.
Item Gerrit Sprunghes s wag her, van keer-
sen ende van unghele 2 1 g.
Item Gerrit wijnscroder, van banden, die
vorme mede te bindene 24 g. ende van
esschen holte.
Item Engelbert den potgieter van oelde
(oude) potten ende ketel en te zuveren,
14 g-
Item Gerrit Nyenhuys, van kalen ende
van planken, 5schilt.
Item Corijs van ijser, V/2 schilt.
Item Peter Gheyen van ijser, 2 schilde
9 V2 g.
Item schele Egbert van assen ende tym-
merholte, 1 schilt.
Item Heyne van Lochem, van ijser,
2 schilde, 2 g.
Item Gerrit den Hont, van stale ende van
ijser, 3 V2 schilt.
Item meyster Gonraet den timmerman,
van der as se te makene, 2 schilde.
Item van ooste, doe men de clocke as-
sede (aan de as bevestigde), 28 g.
Item Meyster Johan van Harlemvan ijser
ende van leme, den clepel to makene
ende ander werk, 15 schilde.
Item van tinne tot Arnhem ghecocht,
5 schilde, 1 g.
Item Grieten ten Bussche, van tinne, 13 g.
Item die strate wieder (weer) te makene,
da er die clocke ghegaten (gegoten) werd,
13 g.
Item den timmerluden op ten toerne (to
ren), 12 g.
Item van der doeken te weghene, 16 g.
Item Berend den dreyer (draaier) van
holte, daer men die vormen miede
dreyede (de ribbe of mal), 4 g.
Item Meyster Johan van Harlem, van den
clepel te sweren (verzwaren) ende van
zegelen, 4 schilde.
Item toe Wobbe Hannemans huys an
coste verteert doe die kloeke ghegaten
wart ende daer te vooren mitten meyster
verteert 14 schilde.
Summa 125 schilde, 12 '/2 g. die maken
189 I15s., 7d.
Hier af wart betaelt ende uytghegieven bij
Gerrits tijden van Angeren 23 I., 2s6d.
Ziedaar het slot van het kasboekje. De le
zer kan nu de korte aantekeningen van
Johan Tast vergelijken met hetgeen over
het gieten van klokken is meegedeeld.
Over de mensen, die in het laatste ge
deelte van de rekening genoemd worden,
merendeels werklieden, geven de archie
ven weinig licht. De naam van de familie
Sprung is nog bewaard gebleven in de
Sprongstraat. Gert, de wijnscroder, was
de man die met schrootbomen of -ladders
en touwen, zware vaten, kisten en derge
lijke vervoerde naar de plaats waar ze
heen moesten, zoals tegenwoordig de
knechten van de wijnhandelaar nog
doen. Het schijnt vroeger een stedelijk
ambt te zijn geweest, waarvan ook in het
Zutphense Kondichboeck gewag gemaakt
wordt: zoiets als kraanmeester. Gerrit de
Hont wordt in 1350 vermeld als bezitter
van een tuin buiten de Larepoort. Meester
Coenraad de timmerman woonde in het
jaar 1355 in de Dregherstrate (platea por-
ticorum), tegenwoordig meer bekend als
de Bernhardsteeg.
80