W. H. Pot
In het eerste artikel over het spoorwegknooppunt Zutphen (verschenen in Zut
phen15e jr. nr. 1, 18-21) beschrijft de auteur in kort bestek de ontwikkelingen
rond de komst van een spoorwegnet in Nederland in het algemeen en in het oos
ten van het land in het bijzonder. Ook maakt hij melding van de bouw van het
station te Zutphen"een station van de 2e klasse" met slechts één perron.
In deze tweede bijdrage gaat de heer Pot in op de realisering van het spoorwegnet
rond Zutphendat een echt knooppunt geworden is.
In 1997 verschijnt een slotartikel over Zutphen en de spoorwegen.
Als we het verlanglijstje uit de jaren
1856/57 bekijken, valt het op dat nage
noeg alle genoemde verbindingen later,
hetzij als staatsspoorweg, hetzij als lijn
van een regionale maatschappij, toch tot
stand zijn gekomen.
Iets dergelijks was het geval met de "Ne-
derlandsche Hannoversche Spoorweg
Maatschappij", die een lijn wilde aanleg
gen van Zevenaar (aansluiting op de
Rhijn-spoorweg) langs Enschede in de
richting van Rheine.
Van 27 maart tot 6 april 1857 kon mèn in
Zutphen bij D. Evekink Zonen, com
missionairs in effecten, de plannen inzien
en eventueel inschrijven voor deelnemin
gen. Uit berichten in de krant blijkt dat de
lijn van Zevenaar zou lopen langs Keppel
naar Zelhem en dan over Ruurlo, Borculo
en Neede naar Hengelo en Enschede.
Hoewel deze maatschappij niet tot resul
taat is gekomen, vinden we toch het tra
ject Zelhem-Ruurlo-Neede later als lo
kaalspoorweg terug.
De brug
Behalve het verkrijgen van een spooraan-
sluiting had Zutphen in de jaren '50 van
de 19e eeuw nog een andere zorg, name
lijk de verkeersbrug over de IJssel. In het
gemeentelijk jaarverslag over 1855 lezen
we:
De schipbrugdie oud en smal iswordt
onderhouden met het oog op een geheele
vernieuwing binnen kort tijdsbestek en
zoo moogelijk vervanging door een vaste
brug over de IJssel. De stadspaalbrug, die
voor geen herstelling meer vatbaar werd
geachtis in de nacht van 4 op 5 maart
1855 door de ijsgang uit elkaar geslagen
en grotendeels weggespoeld. De rijks-
doorlaatbrug, die daar aansluitheeft als-
toen ook veel geledenzoodat de passage
alhier enige tijd gestremd zou zijn ge
weest, wanneer door het korps ponton
niers, op speciale last van Z.M. den Ko
ning, niet een hulpbrug aan de overblijf
sels der brug was geslagen.
Van deze hulpbrug maakte men gebruik
van 17 maart tot 16 mei. Toen was voor
rekening van de gemeente een stevige
hulpbrug over schragen, langs de ver
nielde paalbrug en de rijksdoorlaatbrug,
vervaardigd.
In 1857 werd besloten vergunning te vra
gen de schipbrug door een vaste brug te
vervangen. Op dat moment stond nog
niet vast welke route een eventuele
spoorlijn bij Zutphen zou gaan volgen. In
1858 kreeg Zutphen "van bevoegde
zijde" te horen dat er wel toestemming
voor de bouw van een vaste brug verkre
gen kon worden, maar dat beter kon wor
den afgewacht of er bij Zutphen een vaste
brug voor de spoorweg zou worden ge
bouwd, wat beslist niet zou gebeuren
wanneer er al een vaste brug voor "den
37
Spoorwegknooppunt Zutphen (2)