Op 12 juni 1942 had op het provincie
huis te Arnhem een bespreking plaats
over de overplaatsing van het Binnenge-
sticht naar het terrein van het Buitenge-
sticht/'Gecommitteerden meenden, dat
deze verplaatsing zoowel uit het oogpunt
der verpleging, als uit economisch oog
punt ware aan te bevelen".
1943
Op 22 september 1943 werd het Binnen-
gesticht door een tweetal bominslagen
getroffen. Persoonlijk ongelukken waren
er niet of nauwelijks, maar de materiële
schade was groot. Het jaarverslag ver
meldt: "Ruiten waren gesprongen, in to
taal 641 deuren en ramen ontwricht en
beschadigd, gordijnen en meubilair ver
nield".
De schade kon echter weer worden her
steld en de lokaliteiten werden weer be
woonbaar gemaakt.
De bouwplannen voor het sanatorium
waren inmiddels gereed, doch de uitvoe
ring "zal voorloopig moeten worden op
geschort".
Wat niet vermeld wordt in het jaarverslag
over 1943, is het dieptepunt in de ge
schiedenis van het ONG, namelijk het
weghalen van de joodse patiënten door
de bezetter. Achteraf is gebleken dat dit
pas mogelijk was, nadat geneesheer-di
recteur Van Bork op non-actief werd ge
steld, aangezien hij pertinent zijn mede
werking weigerde. Bekend is dat een ne
gental patiënten via het Israëlitisch
noodziekenhuis (aan de Halterstraat) en
een zestal rechtstreeks, naar Westerbork
werden getransporteerd.
1944
Op 28 september 1944 ontplofte een mu-
nitietrein op het emplacement van het
station te Zutphen, als gevolg waarvan
grote schade werd aangericht aan de ge
bouwen van het Binnengesticht. Eén pa
tiënt werd dodelijk getroffen.
Wegens het grote gevaar van de omge
ving (spoorstation en IJsselbrug) werd be
sloten de patiënten en het bij hen beho
rende personeel naar het Buitengesticht
"Het Groot Graffel" over te plaatsen. Een
30-tal patiënten met enige personeelsle
den bleef in het gesticht achter.
Van maandag 2 tot woensdag 4 oktober
1944 werden alle 460 patiënten uit het
Binnengesticht plus de aldaar geëva
cueerde patiënten uit Rosenburg 130)
en Santpoort (10) overgebracht naar Het
Groot Graffel. In een mededeling van
1 oktober 1944, die bewaard is gebleven,
staat nauwkeurig aangegeven op welke
wijze dit transport plaats had.
De meeste patiënten gingen lopend, in
groepjes van vijf, onder begeleiding van
het personeel, de bedlegerigen werden
vervoerd met een ziekenauto, een vracht
wagen voorzien van brancards, de wagen
van het Rode Kruis of met de rijwielbran
card. Als gevolg van deze overplaatsing
moesten toen in de gebouwen van Het
Groot Graffel in totaal 1.248 patiënten
worden ondergebracht. Het had maar een
capaciteit voor 475 patiënten. Ondanks
deze moeilijke omstandigheden vermeldt
het jaarverslag over 1944 bij "geestelijke
verzorging en ontspanning" toch o.a.:
"De bevrediging van de religieuze be
hoeften van patiënten en personeel heeft
voortdurend onze bijzondere aandacht
en de Christelijke feestdagen worden tel
ken jare met grote wijding gevierd" en
"Ondanks de moeilijke tijdsomstandighe
den werden aan de patiënten nog veie
uren van genot en vreugde verschaft".
Op 14 oktober 1944 werd het Binnenge
sticht opnieuw getroffen door een bom
aanval van de geallieerden op het station
en de IJsselbrug. Hierbij kwam badmees
ter W. Daniëlse om het leven. Wasserij,
badhuis, zusterhuizen en doktershuizen
aan het Stationsplein werden ernstig ge
troffen en ook andere gebouwen liepen
grote schade op. Besloten werd de over
gebleven patiënten en personeelsleden
nog dezelfde avond naar het buitenge
sticht over te plaatsen. Hoewel een ge
deelte van de wasserij elders moest wor
den ondergebracht, bleven bakkerij, ma
gazijnen, weverij en slagerij en voor
zover mogelijk de wasserij in het Binnen
gesticht functioneren, hetgeen mogelijk
was omdat de machinekamer intact was
gebleven. De administratie werd onder-
35