Richard Hermans
Op 25 februari werden de nieuwe repre
sentanten bekendgemaakt, gekozen door
de burgercompagnieën. Slechts één stads
bestuurder weigerde zijn verkiezing. Jan
Steven Wentholt; al sedert 14 jaar tweede
secretaris van de stad, en nu onderge
schikt geworden aan iemand die als klerk
onder hem had gediend. Het was nog
even wennen.
Maar de nieuwe representanten kregen
gezelschap van nog een andere politiek
lichaam. Op 7 maart bereikte de munici-
paliteit het verzoek om officieel de instal
latie te doen plaatsvinden van het Com-
mitté van Algemeene Waakzaamheid. In
feite vormde dit committé de directe
voortzetting van het op 4 februari ontbon
den college van gemeenslieden, 'voordat
overheersching en geweld op eene on
wettige wijs' de bevoegdheden van dit
college hadden beknot.
De municipaliteit had gemengde gevoe
lens. Zij was 'zeer gevoelig over de onop
houdelijke blijken van den ijver der bur
gerij in het bevorderen harer belangen,
nu weder in het benoemen van personen
tot een Committé van Algemeene Waak
zaamheid'. Maar de municipaliteit had
ook wat bedenkingen. De macht van het
college van gemeenslieden was in het
verleden nooit precies omschreven maar
gesteld in algemene, vage termen. De re
cente omwenteling had de vroegere rege
ringsvorm volstrekt veranderd, aldus de
bewoording van de nieuwe stadsbestuur
ders, en dus ging de vergelijking met de
gemeenslieden niet op. Het feit dat dit
nieuwe committé geen instructie kende
was het belangrijkste bezwaar. Het com
mitté had voorgesteld om een dergelijke
instructie naderhand zelf op te stellen,
maar dat zou volgens de municipaliteit
kunnen betekenen dat zo 'zeer ligtelijk de
aristocratie waarvoor het menschelijk hart
vatbaar is, ongevoelig zoude kunnen in
gevoerd, en alzo langs dien weg de muni
cipaliteit en burgerie in verwarring ge
bracht worden'.
Maar ondanks deze bedenkingen werd
het nieuwe committé, gekozen door de
vijf burgercompagnieën, op 12 maart
plechtig geïnstalleerd 'met vliegende
vaandels, slaande trommen en muziek'.
Het committé bestond uit 30 leden, zes
uit elke compagnie. Al gauw raakte de
municipaliteit geïrriteerd door het optre
den van het committé. Wat zij voorspelde
kwam ook daadwerkelijk uit. Door het
ontbreken van een duidelijke instructie
en dus afbakening van taken en bevoegd
heden bemoeide het committé zich, al
thans in de ogen van de municipaliteit,
met allerlei zaken.
Aan de andere kant vond het committé,
dat vooral was samengesteld uit leden
van de kleine burgerij, dit in het geheel
niet. Nu zich eindelijk de gelegenheid
voordeed om bestuurlijke invloed uit te
oefenen werd de gelegenheid ondubbel
zinnig te baat genomen. Het vele jaren
gevoede wantrouwen tegenover het
stadsbestuur zette zich ook in 1 795 ge
woon voort. Alleen nu gelegaliseerd. Zo
wilde men van te voren inzicht hebben in
alle publikaties die werden verspreid;
men wilde inzage in de voorwaarden van
verpachting van stadslanderijen, en na
tuurlijk invloed op de begeving van amb
ten. Door de terugkomst van de patriotten
die in 1 787 waren verbannen werd dit
gevoel nog eens versterkt. De eenmaal
verworven macht wilde men niet opge
ven, en vertrouwen in de nieuwe macht
hebbers moest nog groeien.
Het committé was ook alert op de achter
volging en veroordeling van de trouwste
aanhangers van de Oranje partij. Al direct
na het uitroepen van de Ware Vrijheid
was bij de provisionele representanten
het verzoek ingediend om de grootste vij-
1
De ware vrijheid: Zutphen in 1795 (2)1