geheven. Inmiddels is er al aardig wat 'eigen kweek' gevormd, zoals mejuf frouw Gr. van der Schoot, later Bast- Van der Schoot, die gaat lesgeven aan 'de school van De Zeeuw' bij de toenmalige Gereformeerde Kerk (Ou- dewand). Ook A.J. Oortgiesen vindt zo zijn weg en zal uiteindelijk via de Koningin Wilhelminaschool voor MULO leraar (Duits) worden aan het Baudartius Lyceum/College. Het nuttige en het aangename Direct in 1920 al is er een leerlingen vereniging opgericht: Utile Dulci. Deze organiseert debatingavonden, zangavonden, lezingen en niette ver geten de jaarlijkse Grote Avond, le dereen moet in staat zijn hiervan lid te worden; wie het lidmaatschapsgeld niet kan voldoen 1,50 voor het eerste kind, 0,50 voor het tweede kind uit een gezin), kan zich tot de rector wenden en bij gebleken arm lastigheid gratis lid worden. Dr Wate rink schrijft de tekst voor het (eerste) U.D.-lied, de vorig jaar overleden musicus George Stam zet deze op muziek. Naast deze leerlingenvereniging is er T.A.C.M.I.A. (niemand heeft tot nu toe enig licht kunnen werpen op deze geheimzinnige afkorting), een muziekgezelschap onder leiding van de teken- en wiskundeleraar Van der Waals, een legendarische figuur: "hij had op de fiets meestal zijn jas open, ;een das om en doordat hij altijd hard fietste, waaide zijn enorme baard in twee helften aan weerszij den van zijn hoofd naar achteren." In de loop van de jaren dertig ont staan er daarnaast ook andere mu- ziekgroepjes, die een minder verhe ven soort muziek voortbrengen. Zo is er een Indische jongen in het school internaat van Verkuyl, die een Ha- waïan-rage ontketent. Hij heet Hely Calamé, maar wordt naar de grote Cab Caloway al gauw Cab Calamé genoemd. de nikkers van het in ternaat hè 'n jasband en wa veur ene, dao mo je niet alleene nao luusteren, maor ok nao kieken!" Dickie Wieten is bassist van de band en 'Cab' speelt op een echte Hawaïan Guitar, op af betaling gekocht bij muziekhandelaar Van Haaren. De oefenruimte was in het sousterrain van het internaat. Van der Waals vindt alle belangstel ling voor de concurrentie niet zo leuk, zeker niet wanneer tijdens een TACMIA-repetitie een van hem 'ge leende' contrabas volkomen kapotge- speeld blijkt. Maar: er ontbreekt iets. Er is nog steeds geen schoolkrant, terwijl toch iedere zichzelf respecterende school een dergelijk orgaan in huis heeft. In 1936 verschijnt er een tijdschriftje dat gezien kan worden ais een poging tot schoolkrant. Het wordt aangeduid als Lyceumblad en het heet D.W.K., Door Willen Kunnen. 'Directie': D.W. Stijfhoorn en A. Liefferink, vaste medewerkers: L.H.R. van der Woude, G.J. Wesseldijk en D. Nuës- sink. Lyceïsten betalen 0,25 voor een jaargang, andere abonnees 0,30. Van dit orgaan zijn drie ver schillende nummers bewaard geble ven. In 1938 verschijnt een naamloos blaadje met de aanduiding "no. 1 Utile Dulci bekostigt de gratis uit gave, boekhandelaar J.M. Kobus op de Nieuwstad wordt aangeduid als uitgever ervan. Op 28 november 1939 komt dan het eerste nummer uit van de schoolkrant Phoenix, officieel orgaan van Utile Dulci, aldus de onderkop. Redactie: H. Niemeijer, E. den Dooren de Jong, D. Nieuwenhuys en J.C. van Senden. Vanaf het derde nummer verschijnt in de kop een Latijns motto: Perit Ut Vi vat Se Tarnen Ante Creat, wat, vrij vertaald, zoveel betekent als "Hij sterft opdat hij leeft, echter, hij zorgt tevoren voor nageslacht." En, wat de bedenkers van naam en motto onge twijfeld gehoopt hebben, is tot op de dag bewaarheid: ondanks verschij ningsverboden van de Duitse bezetter 14

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1996 | | pagina 16