arretje door de sneeuw, twee hele kleine
kindertjes zaten er, dik ingepakt, in.
Er werd zelfs een keer door een groepje
gezongen, gebeden.
In Straelen, het eerste Duitse stadje, zag
ik op het marktplein de straatnaam Adolf
Hitlerplatz. Ik was weer doodsbang! Dat
was dan mijn eerste ontmoeting met het
buitenland. We waren nog niet halver
wege.
Uit de aantekeningen van mijn vader be
grijp ik dat in Straelen een gedeelte van
de groep is achtergebleven. Ik herinner
mij daar niets van. Verder! Kort voor Gel-
dern bij de brug aan de Molkerei begaf
ons karretje het. We raakten achter, on
der bewaking probeerden mijn broer en
mijn vader het ingezakte wiel te repare
ren. Uiteindelijk kwamen we bij de ande
ren in de kazerne aan. We zagen geen
mensen op straat of in de woningen. Het
was al donker geworden. Later hoorden
we dat de Geldernse bevolking groten
deels geëvacueerd was. In de kazerne
werden we verdeeld over de vertrekken
waarin houten kribben stonden met stro
zakken. Het was er verwarmd en we kre
gen warme soep. We waren door de pech
bij de brug ons groepje kwijtgeraakt en
deelden nu het vertrek met een paar an
dere families. Moegelopen vielen we daar
gemakkelijk in slaap.
Dinsdag 16 januari
Er werd met boter besmeerd brood ver
deeld en koffie. Om 10 uur opstellen
voor vertrek. Plotseling kwam het bericht
dat de marsgroepen waren afgelast, we
zouden met de trein verder gaan. leder
een en alles moest weer naar binnen en
daar ook zo veel mogelijk blijven. Een
lichte teleurstelling.
Die dag aten we in kleine groepjes soep
bij een zusterklooster, 's Middags kwam
er een nieuwe groep Venlonaren aan.
Hun bagage stond op het binnenterrein,
toen er luchtalarm kwam. Niet voor
iedereen was er plaats in de kelder.
Gelukkig bleken het overvliegende bom
menwerpers.
Met behulp van onze buurman kwam het
wagentje weer rijklaar; dat was erg be
langrijk, want het bevatte veel bagage. In
groepjes van 50 personen liepen we
vanaf 4 a 5 uur 's middags naar het goe
derenstation. Na een tijd wachten in
sneeuw en duisternis kon om 7 uur een
goederentrein geladen worden met ons
en de bagage. Het waren veewagens, in
onze wagen waren ongeveer 55 personen
plus ieders wagentje en alle andere
bagage. We werden letterlijk aangeduwd
en gestapeld. Als je niet bij elkaar stond
of steunde kon je je niet meer verroeren.
Om twee uur 's nachts werden de schuif
deuren van de wagons vergrendeld. Door
drie locomotieven getrokken gingen on
geveer tweeduizend mensen richting
noorden! Bagage schoof, het was donker,
het vroor flink, het was koud! We pas
seerden een brug, waar? Misschien
Wesei.
Om 7 uur werd halt gehouden. Waar wa
ren we? In Borken; we naderden de Ne
derlandse grens! Maar we stopten en alle
wagons werden losgekoppeld, ledereen
mocht eruit. Rijdende treinen werden be
schoten, evenals concentraties van bewe
gende groepen. Intussen arriveerde nog
een trein uit Straelen met Venlonaren;
ook zij moesten wachten met de anderen,
totaal zo'n drieduizend.
17 januari
We hoorden dat in één van de wagons
een baby was geboren, ook dat een baby
was overleden. Hoe onvoorstelbaar alle
maal!
Er werd bekend gemaakt dat degenen die
in Nederland naar familie zouden willen,
zich moesten opgeven. Drie van de bij
onze groep (buren) behorende gezinnen
hadden daar wel oren naar, ze waren af
komstig uit 's-Heerenberg en Winters
wijk. Mijn ouders, de familie
Selen en het echtpaar Rambags lieten
zich graag overhalen. De volwassenen
hadden ook niet zo'n sterk vertrouwen in
die evacuatie naar het noorden. Ze dach
ten stilletjes aan een deportatie. Dus die
kans grepen ze aan.