Tini Kerstjens-van Eyk Na 13 luchtaanvallen op de Maasbrug, van 13 oktober tot 28 november 1944, lag de binnenstad van Venlo er ontred derd en deels verlaten bij. De bevrijding van Blerick (Venlo-West) op 3 december en van de gehele westoever in de loop van december 1944 maakte de oostoever van Susteren tot Middelaar frontgebied, met regelmatig granaatvuur. De bevol king verdween in de kelders, dag en nacht. De binnenstadbewoners waren naar de buitenwijken gevlucht en het Sperrgebiet breidde zich uit. Na de ge vormde Sperrgebiete wilden de Duitsers de handen nog meer vrij hebben en werd het plan gemaakt de hele oostoever van Middelaar (Mook was inmiddels bevrijd) tot Susteren - dus van noord tot zuid - systematisch te ontruimen. Eerst werd op vrijwillige evacuatie aangedrongen. Ge dwongen evacuatie naderde ai de dorpen ten noorden van Venlo, maar die lagen wat dichter op de Maas, zo redeneerde men. Er bestond dus weinig animo om zich aan te melden voor evacuatie. Wij woonden aan de noordkant van de stad, ongeveer 3 km van de Duitse grens. Het Sperrgebiet was ons huis tot 0.5 km genaderd. In onze woningen en die van de buren zaten bewoners van de ont ruimde straten. Onze kelder huisvestte, buiten ons gezin van zeven personen, een jong echtpaar met een baby van acht maanden. Gas was er al lang niet meer, water en licht af en toe een uur en tegelij kertijd. De evacuatiedreiging leek te verslappen. De voedselvoorraad werd berekend, de aardappelen in kisten (waarop de bedden gemaakt werden), de te gebruiken in maak, als we maar water hielden en het fornuis voor het koken konden stoken; het zou toch niet eeuwig duren voordat de Tommies over de Maas zouden ko men!? We besloten, met buurtgenoten, niet te gaan. In alle vroegte deed op zondag 14 januari het bericht de ronde dat het noordelijkste, dichtbevolkte en niet het rijkste gebied ai op straat stond. Gedwongen! De Grüne Po li zei had toegeslagen. Onze straten zouden de volgende zijn. Mijn vader pro beerde in allerijl evacuatiekaarten te be machtigen om zodoende uitstel voor min stens een nacht te bereiken. Die bewuste afdeling was ondergebracht, samen met andere gemeentelijke zaken die nog func tioneerden, in de kelders van de Pope- fabriek. Hij stond er drie uur voor in de rij en haastte zich naar huis. Ontgoocheling wachtte hem daar. Een half uur ervoor had de Grüne Polizei aangezegd dat we een uur de tijd kregen om in te pakken. Dus nu nog een half uur in plaats van sa men overleggen, ledereen had gehoopt dat het niet zo'n vaart zou lopen. Rugzak jes waren al gemaakt; die moesten nu ge pakt worden, leder zo veel mogelijk kle ren aan. Mijn broers waren een paar da gen bezig geweest met een karretje, een grote kist met twee fietswielen; die werd gepakt met dekens, koffer en mondvoor raad. We hadden nog een bolderwagen die ook bepakt werd. Mijn moeder, die als laatste nog vertwij feld door het huis liep, werd op de voet gevolgd door een Grüne met geweer die haar maande voort te maken. Achteraf moest ze lachend beamen dat ze het aan die man te danken had dat ze twiee warme kledingstukken bij zich had in plaats van één, omdat ze ten einde raad het kledingstuk dat ze eigenlijk wilde aantrekken maar over het andere had ge daan. 61 Herinneringen aan de evacuatie van een Venlose familie

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1995 | | pagina 7