Wolsaksche Veld, tegenover de herberg
"De Laatste Stuiver", ledereen was ak
koord met verplaatsing van de tent en
overige materialen, waarvoor de aanwe
zige kasgelden zouden worden aange
sproken.
Wat was de reden voor deze verande
ring? Niet de verstandhouding met kaste
lein Wunderink. Want het genootschap
bleef voor een zomerpartij of een enkele
drijfjacht gebruik maken van de (oude)
tent in Bronsbergen. De rekeningen voor
het schoonhouden werden trouw voldaan
en het vervoer van de jagers per omnibus
(toevallig ook voor een stuiver) bleef
Wunderink toevertrouwd.
Eerder was de oorzaak van het vertrek uit
Bronsbergen af te leiden uit een samen
spel van factoren. Met het oog op de na
derende aanleg van de verharde grind
weg Zutphen-Emmerik werd sinds 1840
de grond in Bronsbergen herverkaveld,
verkocht, terwijl bomen moesten worden
gerooid. Het terrein leende zich minder
voor de oorspronkelijke oefendoelen en
ging zelfs gevaar opleveren.
"De Laatste Stuiver" bood de jagers bo
vendien een ruimer en centraler onder
dak. Tenslotte kon men de grond daar
voordelig huren, omdat de eigenaar van
huize Wolzak, burgemeester J.A. de Vui
ler, een enthousiast bestuurslid van het
jachtgenootschap heette te zijn.
Tien jaar later, in 1853, werd het oefen
karakter op deze plaats versterkt door de
oprichting van een afzonderlijke club, de
schietvereniging "St. Hubertus".
60