We sliepen die nacht weer in het stro;
maar met dekens en warme zorg. Op de
morgen van 19 januari gingen mijn zusjes
en ik met moeder ons wassen en verzor
gen in een lokaal met grijze stenen was
bakken. Ik voelde me niet verlaten meer
en verheugde me op het weerzien van
het bezoek van gisteren.
Zoals beloofd kwamen Maria en Pierre
Hecker tegen 10 uur. Van de Veniose
reisgenoten tot Zutphen, die nu naar
's Heerenberg gingen, namen we af
scheid. Zij vertrokken vol goede moed en
we wensten elkaar behouden weerzien in
Venlo.
Op de administratie van het Rode Kruis
kregen we een schrijven mee dat we kon
den doortrekken naar het noorden. Ook
nog brood voor enkele dagen.
Met Maria en Pierre trokken de familie
Selen en wij nu naar de Sydneystraat 10,
hun ouderlijk huis. Ze hadden ook al een
tijdelijk onderkomen voor de familie
Selen geregeld, bij de familie Hof.
Mijnheer en mevrouw Boom ontvingen
ons erg hartelijk. Wat een warme huise
lijkheid straalde ons tegemoet! We zaten
aan de avondtafel, in een verwarmde ka
mer, hoe lang was dat geleden? Warmte,
licht, een heerlijk bed, het kon niet op!
Het huis was helemaal niet zo groot,
maar ze gunden ons alle ruimte. Het leek
daar één grote vakantie. En gezellig!
De volgende morgen zouden vader, Jan
Selen en de meisjes Tine en Maria Hec
ker op pad gaan om een definitief adres
te vinden. Twee pastoors werden bena
derd voor adressen op het platteland. De
eerste poging mislukte. Het fietsen in de
sneeuw was zwaar. De volgende poging
was bij pastoor Verholt in Joppe. Die had
ondermeer een adres in Harfsen, in
Dorth.
in Harfsen waren ze rond twee uur. Mijn
vader moet er toen zo naar hebben uitge
zien dat de boer, het was Bernard Hak-
voort, gezegd heeft: (dat hoorden we
later) "Als die man niet gauw wat te eten
krijgt, komt hij hier niet meer levend van
daan!" Na het toegestemde verzoek zijn
ze weer richting Zutphen gereden met het
goede nieuws. De familie Selen kreeg
onderdak in Dorth.
De dag erna kwamen, een volslagen ver
rassing, de familieleden uit Venlo van de
familie Hecker aan; drie volwassenen en
vier kinderen onder de 10 jaarmet fiet
sen! Zij waren na aandrang van de Duitse
Wehrmacht om uit Venlo te evacueren
plannen gaan maken en hadden, als vak
man, deze "fiets"-op!ossing gezocht en
hadden per fiets de tocht Xanten-Rees-
Gendringen etc. gemaakt.
Enerzijds was er grote blijdschap om het
weerzien en ook hilariteit om dat huza
renstukje maar aan de andere kant was er
zorg vanwege groot plaatsgebrek, al was
het maar voor die ene nacht, want de vol
gende ochtend zouden wij op pad gaan
naar ons evacuatieadres, de familie Hak-
voort in Harfsen.
22 januari 1945
Maria zou met ons meegaan, dat wil zeg
gen, ons narijden per fiets met mijn jong
ste zusje achterop. Het was mooi weer en
we liepen in de knispersneeuw. Elk vlieg
tuiggeluid maakte het wat zorgelijk, want
beschietingen langs het kanaal en de
bruggen waren niet denkbeeldig, had
men ons verteld. Ondanks die lichte
angst vond ik deze tocht prachtig en met
mijn zusje samen ook een beetje avon
tuurlijk. We hadden het heerlijk gevon
den bij de Heckers en begonnen weer
menselijk te reageren.
We kregen hulp van een voerman die
hout moest halen in Almen. Onze wagen
tjes konden op zijn wagen tot aan de
Almense brug, vlakbij de melkfabriek.
Voorbij deze fabriek bood melkrijder
Plekkepol plaats op zijn lege wagen en
na wat praten onderweg besloot hij ons
tot de boerderij te brengen; Bernard Hak-
voort, ja, die kende hij goed!
Inmiddels was het ongeveer één uur 's
middags. Een forse man kwam met een
breedlachend gezicht op ons af: "Daar
zijn dan onze evacuées! Kom binnen!"
Het was onze gastheer Bernard Hakvoort!