In de schemering werden we weer inge
pakt. De wagons werden weer aan elkaar
gekoppeld en om ongeveer 20 uur zette
de trein zich in beweging. De trein reed
niet snel en minderde af en toe zelfs
vaart. Er was voor ons geen zicht, dus
waar we waren was niet duidelijk. In
Winterswijk zou vlug uitgestapt moeten
worden, zo was bevolen.
De trein stopte, de deuren werden ont
grendeld en de eersten sprongen eruit.
Mijn broer van 15 hoorde bij de eersten
en wilde al bagage aannemen. Allemaal
in het stikdonker!
Plotseling ging de trein weer rijden. Mijn
moeder gilde: "Gérard, Gérard!!" Door
de schok viel iedereen tegen elkaar aan.
Er werd geschreeuwd en geroepen totdat
gelukkig iemand riep: 'Iedereen is weer
binnen!" Dat was even paniek! De trein
schommelde weer verder en er werd af
gewacht.
In de vroege morgen stonden we weer
stil. "Degenen die uit willen stappen kun
nen het nu doen!" Aarzelend kwamen we
te voorschijn, stijf, ijskoud, vermoeid.
"Vlug nou!" Wat ieder moest dragen, was
gerepeteerd. De eersten eruit. Het was
De totaal vernielde Buitensociëteit vlakbij de
spoorlijn.
(Foto: Collectie Stedelijke Musea Zutphen)
flink diep en het knarste nogal. Er werd
geroepen: "Voorzichtig, hier ligt nogal
glas!"
Uit een puinstad komend was dat geen
vreemde gewaarwording, maar dit was
wel héél veel. We moesten door een
greppel, we probeerden ons te oriënteren.
We bleken in Zutphen te zijn! Op 18 ja
nuari 1945, 's morgens om 5 uur.
Uit het dagboekje van mijn vader:
aanstonds zijn wij uitgestapt en begon
nen met uitladen van de bagage en de
wagentjes, 't Was koud en glad en moei
lijk te transporteren over de spoorrails
daar we niet voor een perron stonden.
De vrouwen en de kinderen gingen onder
een boomlater in de veranda van een
gebombardeerd hotel staan waar ze voor
de ergste koude beschermd waren,
's Morgens 6 uur is de heer Ramaekers er
op uit getrokken om te zien of we in Zut
phen ergens ondergebracht konden wor
den. Om 7 uur kwam hij terug en toen
64