gATiilkUt-r Veritféruf trx&Ht4$>ééb/&& At A&t-PtovrAi fttcré~-/fr#ëJT£fef ^*-77^ sjkAyjé v£#rr&£ k *A0éAc*xdff2& &n $JhA/&rj Jtt/xpAissfe U&+7 én A^r-énZSlerx j $frjèifM.rA*rpf jk&^ééwir-jêy 7n J&i fï?i?/*£n«?r /lAum tXLrrjféaaz r/&jQ*h £*r>*fz. iéfrr Q**^ "vëA&é&ut, 07**rz*£éu&7- étS/fcU Vtèen, Aktmtern/ &z trouwen. Dit stond centraal in haar op voeding. Haar opleiding hoefde niet ge richt te zijn op iets anders dan vrouw- zijn Xaveria Brinks was ongehuwd en met haar 31 jaren zou zij niet gemakkelijk meer aan de man komen. In die tijd moet dat een ramp geweest zijn. Had ze in de Middeleeuwen geleefd, dan had ze nog kunnen kiezen voor het klooster of voor één van de zes Zutphense conventen en haar leven als begijn kunnen slijten. Dan had ze nog enig aanzien genoten. Haar opleiding zal onvoldoende zijn geweest om zelfstandig te leven, als men dat in die tijd al had geaccepteerd. Xaveria woonde bij haar ouders en haar vader re gelde haar zaken. Na het huwelijk besliste de man voor zijn vrouw en hij beheerde haar bezittingen. Hij beheerde ook haar morgengave. Dit was het geschenk van de bruidegom aan zijn bruid, dat hij haar op de ochtend na de huwelijksnacht gaf. Dit cadeau was meestal een behoorlijke som geld of on roerend goed. Zutphen kende het huwelijk in gemeen schap van goederen, waarbij de echtge noten elkaar niets nalieten. De kinderen erfden direct het hele vermogen, met uit zondering van de morgengave, die eigen dom van de vrouw bleef. Geregeld wer den dan ook huwelijksvoorwaarden op gesteld, en zo behield de langstlevende het vruchtgebruik over het totale huwe- ijksgoed. Deze regeling was natuurlijk vooral van groot belang voor de voortzet ting van een bedrijf door een weduwe, zoals we bij de gilden zien. Onroerende goederen kon de man alleen met instemming van zijn vrouw verko pen. De vrouw was alleen in huishoude- ijke zaken handelingsbevoegd. n Zutphen had een getrouwde vrouw in de Middeleeuwen een betere positie dan in veel andere steden in de Nederlanden. Zij had een grotere macht over het huwe- ijksgoed: haar deel mocht zij persoonlijk verkopen. Als een getrouwde vrouw persoonlijk ver bintenissen aanging, was haar man daar voor niet aansprakelijk en het totale hu welijksvermogen kon hiervoor niet aan gesproken worden, zoals in andere steden het geval was. Deze 'macht' van de getrouwde vrouw was echter uit het Zutphense stadsboek van 1615 weer ver dwenen. Voor een huwelijk was gedurende vele eeuwen de toestemming van de ouders vereist. Een meisje moest haar ouders ge hoorzamen. Maar zij mocht wel een echtgenoot weigeren die zij zelf niet ver koos. Als haar ouders het niet eens waren met haar partner-keuze, waren er moge- ijkheden de toestemming af te dwingen. Desnoods kon het meisje zich door haar vrijer laten schaken. Als zij maar ver klaarde dat hij haar geroofd had met haar instemming, dan konden de ouders hun zegen niet of nauwelijks weigeren. Als een jong stel in de 18e eeuw uit liefde trouwde, had - vanuit de 20e eeuw be zien - hun liefde weinig overlevingskan sen. De mode had in deze eeuw een zeer lage waardering voor het huwelijk en be schouwde dit als de volmaaktste toege vendheid. Het was zeer ouderwets en burgerlijk als de echtgenoten tederheid toonden. Het 39 £rt ift/isf ^ikf~ e Aaz. St'i- «jU f". 4?ÏTX JL~$ J4s34*AÊ** I

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1995 | | pagina 5