werden ondergebracht in de pokkento- ren, één van de oude muurtorens, waar ook patiënten met geslachtsziekten kon den worden opgenomen. En toch sleep ten provisoren er weer een kleine toezeg ging uit: over de kosten van de voeding zou nog worden overlegd! Dezelfde week werd er nog weer een paar maatre gelen genomen. Ook de consumptie van walnoten en andere noten werd als ge vaarlijk beschouwd. De verkoop werd tenminste verboden. Ook nu werd het sa mentreffen van vreemdelingen vermeden: de drie aanstaande vette beestenmarkten werden drie weken uitgesteld en de koude beestenmarkt acht dagen. Om alle misverstand te vermijden werd bekend gemaakt dat niet alleen middelen ter pre ventie van de rode loop gratis werden verstrekt. Behoeftigen, die al ziek waren konden ook gratis medicijnen krijgen, maar alleen op verzoek van een medi cus8. Zoals te verwachten was, ging de dysen- terie-epidemie ook niet voorbij aan de dicht op elkaar levende militairen. Op 26 september was het dan zover. Een soldaat van het Regiment van Bylandt, die met een menigte anderenwas ondergebracht in een huis in de Barlheze, had de rode loop. Om uitbreiding te voorkómen werd toestemming gegeven de patiënt op te ne men in het lazaret. Maar wel werd te ver staan gegeven, dat het lazaret voor bur gers was bestemd en dat de militairen zelf maar voor een oplossing moesten zorgen. In dit geval noteerde de rentmeester van het Gasthuis op die dag in het Soldaten boek uit die jaren, dat Adriaan Meelens met loopdiere in het lazaret was opgeno men. Op 6 oktober gebeurde dit nog een keer, maar daar bleef het bij. Op 27 sep tember vroegen de militairen of zij de stadsmanege mochten gebruiken voor de rode loop-patiënten, maar dat werd afge wezen. De stadsmanege lag aan de weg naar en dichtbij de Nieuwstadskerk. Mee lens werd op 12 oktober hersteld ontsla gen. Maar op 14 oktober werd aangekondigd, dat het regiment van de Lt. gen. Raders met ongeveer 50 zieken in Zutphen zou arriveren. Men vroeg om hiervoor twee lege Latijnse scholen te mogen gebruiken. Blijkbaar voelde het stadsbestuur daar niet veel voor. In overleg met provisoren werd geantwoord dat er 15 a 16 patiën ten in het Gasthuis konden worden opge nomen en dat bij herstel van dezen an dere militairen hun plaats konden inne men. De magistraat ging er van uit dat het regiment voor de overige zieken zelf wel een oplossing zou vinden. En zo ge beurde het: Op 1 7 oktober werden er 12 militairen opgenomen. Hoewel rentmeester Uytermark zonder meer op de hoogte moet zijn geweest van de aard van de ziekte waaraan deze mili tairen leden, vulde hij systematisch in dat zij aan Zeeuwse coors, coorsen of quade coors leden. De reden hiervoor is niet duidelijk. In totaal werd van 25 van de 72 militairen, die in 1 783 en 1 784 in het Gasthuis werden opgenomen, vermeld, dat zij aan coors leden. Vermoedelijk zijn dit de dysenterie-patiënten geweest. Van hen zijn er vier overleden. Daarmee wil niet gezegd zijn, dat er niet meer militai ren aan rode loop hebben geleden. Mo gelijk konden niet allen in het Gasthuis terecht. Tegen het einde van het jaar moet de epidemie grotendeels achter de rug zijn geweest. Voor alle veiligheid werd de landdag, die begin november in Zutphen zou worden gehouden, op ver zoek van de kwartieren van Nijmegen en van de Veluwe, een maand uitgesteld9. De zogenaamde Zutphense sterftelijsten, waar van 1 774 tot en met 1 794 het aantal huwelijken, gedoopte kinderen en sterf gevallen werd genoteerd, geven ook in formatie over het aantal slachtoffers van de rode loop. De gemiddelde sterfte over de jaren 1774 tot en met 1 783 zonder de jaren 1778, waarin een pokkenepidemie heerste, en 1 783, met de dysenterie-epi- demie, bedroeg ruim 193. In 1783 be droeg het aantal sterfgevallen 496, meer dan 2,5 keer zoveel. In tegenstelling tot de pokkenepidemie van 1778, werden nu de kinderen naar verhouding minder zwaar getroffen. De sterfte onder de kin deren van 0-15 jaar nam van gemiddeld 74,6 toe tot 136, een stijging van 82,3%. 49

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1995 | | pagina 15