Wetenswaardigheden 43
Dit verhaal is gedeeltelijk al gepubliceerd in deze rubriek in Oud-Zutphen (jr 5 afl. 4;
november 1986). Omdat niet al onze leden (nog) in het bezit van dit nummer zijn, wordt
het nu, met een aanvulling, opnieuw geplaatst.
Bij hun terugtocht in april 1945 bliezen
de Duitse troepen zowel de verkeersbrug
als de spoorbrug over de IJssel op en ver
traagden daarmee de opmars van onze
Canadese bevrijders. Voor korte tijd wel
te verstaan, want vrijwel meteen werden
twee noodbruggen van het 'Bailey'-type
gelegd. De ene ontving de naam 'Harry
Bridge', de andere werd 'Crerar Bridge'
genoemd, naar de bevelvoerende Cana
dese generaal Harry Crerar.
Op de IJssel kade verrees tussen de oprit
ten van beide bruggen een klein monu
ment. Het bestond uit een kolom van
cement, bedekt met smalle tegeltjes,
staande op een betonnen basement,
waarin twee stenen met de naam van
beide bruggen waren ingemetseld, als
mede één met het jaartal 1945, geflan
keerd door twee esdoornbladen oftewel
Maple-leaves, het Canadese embleem.
Nadat de verwoeste IJsselbruggen her
steld waren, werden beide noodbruggen
overbodig en afgebroken. Het monument
werd achteloos terzijde gezet en later op
geruimd. De stenen vonden aanvankelijk
een plaats in het Stedelijk Museum, maar
later werden ze ingemetseld in de hoog
waterkering bij het IJsselpavi Ijoen. Dat
was het enige dat restte van het monu
ment. Althans, zo leek het.
In de jaren vijftig, toen voorbereidingen
werden getroffen voor de grote doorbraak
door Zutphen, waarvoor onder andere de
noordwand van het Rijkenhage opge
offerd werd, kreeg Aannemingsmaat
schappij Kondor opdracht verschillende
sloopwerkzaamheden uit te voeren. Jan
Bolt, uitvoerder bij Kondor, moest op ze
kere dag een hoeveelheid puin laten af
voeren naar de stortplaats. Tot zijn verba
zing bespeurde hij tussen dat puin ook
een deel van het hierboven besproken
monument, namelijk de betegelde kolom.
'Zoveel militairen hebben hiervoor in de
houding gestaan en nu slaan ze het tot
puin en moet ik het als oud vuil weg
gooien', zo waren zijn gedachten. Hij be
sloot het niet te doen maar nam het mee
naar zijn woonhuis in de Van Damstraat
in Barchem. Daar zette hij het in de tuin.
Toen later dat adres verlaten werd, ver
huisde de kolom naar de boerderij Holt-
slag bij Barchem, waar zijn zoon Jan
woonde. Ook die boerderij werd nader
hand verkocht, maar nog steeds siert het
restant van het monument de tuin.
H.
(Aanvullende gegevens ontvangen van de
heer R. Bolt te Laren.)
33
De passage over de IJssel na april 1945
te