stenen, balken, stukken rails en een golf van glasgerinkel. In het huis wordt het een enorme ravage; de serredeuren zijn in één klap naar binnen geslagen, maar blijven desondanks heel. Telkens kunnen we weer iets van deze dingen constateren als één of meer het wagen een kijkje te nemen, totdat we dan plotseling door een explosie of granaatinslag van schrik de trap afrollen. Achter elkaar gaan vermoe delijk de Warnsveldse- en de Deventer- wegbrug de lucht in. Opnieuw komen Frans en Roef, niet zon der gevaar, over voor informatie. Juist vliegen ze het open gedeelte bij boekhan del Kobus voorbij, als er weer een regen van ijzer puin van het emplacement komt. Ze beloven nu niet nog eens te ko men. Dan blijft het urenlang doodstil. We be merken, dat er ook geen elektriciteit meer is. Mies en ik wagen het om samen brood te halen. Gelukkig is de voedselvoorzie ning met de bestaande voorraad blikken van de gezamenlijke families verzekerd. Bij Wilten worden Zutphense jongens en mannen binnengebracht, die van de gele genheid gebruik hebben gemaakt om te stelen. Vermoedelijk na een Duitse uit brander worden ze weer losgelaten en hollen ze wijselijk vlug naar huis. Na het middageten krijgen we af en toe weer artillerievuur, terwijl we in de tus senliggende pauzes een monotoon geraas als een koor van talloze mitrailleurs rondom de stad onderkennen. Evenals de voorgaande dagen is het buiig weer; vandaag nog wat meer regen. Volgens geruchten van voorbijgangers zitten de geallieerden op de Weg naar Laren. Het lijkt ons, naar het zo juist ver- nomene te oordelen, ook waarschijnlijk. Het is eveneens te horen aan harde, af zonderlijke schoten uit die richting. In de middag horen we steeds weer mi- traiIleurgeratel, begeleid door een dood gewone natuurlijke donderbui, die op eens heerlijk fris en helder weer brengt, waar we dankbaar voor zijn, want we be ginnen de spanning en de slapeloze nachten aan den lijve te voelen. Tot acht uur blijven we op. Dan halen we de dames Vergeer weer op voor de nacht; niemand is meer boven, laat staan dat we daar zouden slapen. Mies en ik, die zeer vermoeid zijn en willen slapen, halen matrassen van boven en installeren ons in de mangelkamer. De anderen zitten - als steeds - op stoelen naast elkaar in de ko lenkelder, jassen aan en dekens om, trachtend zo goed mogelijk te slapen. De beide dames Hamer zorgen op onnavolg bare manier voor periodieke opkikke- rijen, door het schenken van thee, bouil lon, koffie en dergelijke. Een pieterige oliepit op het tafeltje houdt de wacht. Op de matrassen slapen Mies en ik ongekend heerlijk, totdat we om kwart over vier door zware schoten gewekt worden en hals over kop het kolenkeldertje in vluch ten. Om half vijf (vrijdag 6 april) wordt het schieten dermate erg, dat we ons voor het eerst ook zó nog niet veilig voelen en half zittend en opstaand tegen het straatmuur tje kruipen. Dit duurt 20 minuten, tot het even rustig wordt, daarvan maken we ge bruik om diverse grote ijzeren pannen van de vakschool te halen die we als helm gebruiken. Ik kom juist de kelder weer binnen als een nieuwe golf granaten op ons afkomt. We horen geen fluittoon meer, alleen in de verte de salvo's van het inslaan vlakbij. Niemand zegt meer iets. We kruipen haast in elkaar, onder te gen het muurtje, tot na 20 minuten weer een pauze komt. Even later weer een ver schrikkelijk salvo van 20 minuten, zij het iets minder erg dan de vorige golf. Daar tussendoor grote harde slagen vlakbij van andere oorsprong, gepaard gaande met mitrailleurvuur op korte afstand. We twij felen er niet aan: de geallieerden zijn al in de stad en de bevrijding is een kwestie van uren of minder. Reeds is de grootste duisternis voorbij en horen we de merel weer onbevangen op zijn post. Plotseling klinkt er een gewel dige explosie, gevolgd door massaal ge donder van neervallende pannen, puin en glas. Allen vermoeden meteen dat de grote brug de lucht in is gegaan. In de 26

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1995 | | pagina 28