Verslag van een ooggetuige De heer H.J. Hamer uit Renswoude stuurde ons onderstaand verslag toe. Hij heeft het originele verslag bewerktzodat de spelling aangepast ismaar voor de rest is het zoveel mogelijk het verhaal gebleven zoals het was. Het is een ooggetuigevers lag van de verloofde van Mies Velders. Het gaat hierbij vooral over de ervaringen van de families Wil ten, Hamer en Velderswonend aan de Nieuwstad, op de nummers 71-75. Geprobeerd is te achterhalen hoe de auteur van het stuk heet. Vermoedelijk gaat het om Jacobus Padt (geb. 11 jan. 1918 in Amsterdam). Hij trouwt op 4 oktober 1945 met Harmina Johanna Maria Velders (geb. 16 dec. 1921 in Zutphen). Jacobus is zoon van ds Nicolaas Padtdestijds predikant bij de Hervormde Ge meente Zutphen en wonend aan de IJsselkade. Beiden worden op de trouwdag uitgeschreven naar Den Haag. Naspeuringen daar hebben nog niets opgeleverd. Nadat al dagenlang de ramen hadden ge trild door de geweldige en onophoude lijke artillerie-bombardementen uit de richting van Emmerik en gedurende een week aan een toenemende drukte op de weg en vooral in de lucht merkbaar was, dat de geallieerden daar met succes de Rijnovergang hadden geforceerd, begon op Goede Vrijdag (30 maart) vrij plotse ling de uittocht van veel Duitsers en Duitse instanties. We vernamen met vreugde dat er 29 mensen uit het Huis van Bewaring waren ontslagen. 60 bleven er nog achter. 's Zaterdags stond alles nog veel meer in het teken van vertrek, zowel vanuit de omtrek langs en door Zutphen als in Zut phen zelf. Zo bijvoorbeeld de telefonistes en de spoorwegmannetjes, die door de jaren met het stadsbeeld waren vergroeid. Ook op het emplacement van het spoor werd het zienderogen minder druk. Op zondag, Eerste Paasdag (1 april), ont aardt het vertrek in een ware vlucht. Langs en door Zutphen trekken op oude boerenkarren, fietsen zonder banden, ze nuwachtige hoge Todt-officieren en ie dereen geniet van het schouwspel waar naar we jarenlang hebben uitgezien. De mensen worden al zo brutaal, dat ze uit de door de Duitsers verlaten huizen de meubelen komen weghalen. Aan de hele sfeer van de naderende ondergang van onze vijand wordt nog luister bijgezet door een weldadige stroom van geruch ten: de geallieerden zouden al bij Vor- den, Ruurlo en Doetinchem zitten. In Ruurlo waren volgens 'ooggetuigen' in een auto drie mannen in het zwart met oranje befjes aangekomen, deze hadden daar toen wat 'ins blauwe hinein' gescho ten en waren met een veelbetekenend ge zicht weer weggereden. 's Avonds kunnen we opmerken, dat de zoeklichten, die het front verlichten en die we al gedurende enkele dagen heb ben zien naderkomen, plotseling op zeer korte afstand in een halve boog ten zuid oosten van Zutphen staan opgesteld. De volgende ochtend (maandag 2 april) wip ik nog even naar huis over en zie in het voorbijgaand hoe enkele Duitsers zelfstandig zondermeer fietsen uit tuinen wegstelen en daarop hard wegrijden. Op het spoorwegemplacement zijn nog slechts drie wagons en een locomotief aanwezig. De spanning van komende ge beurtenissen wordt voelbaar, het is opval- 22 Hieuwstad: 30 maart - 8 april 1945

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1995 | | pagina 24