In Zwolle deed de politieke invloed van
de gilden zich pas weer na de uitvaardi
ging van de meensliedenbrief in 1523 gel
den. Lang duurde dit echter niet, want al
in 1530 werd bepaald, dat de functies van
gemeensman en gildemeester onverenig
baar zouden zijn.38
Zutphen beleefde iets dergelijks in 1538.
Na dagenlange demonstraties voor het ge
meentehuis zag het stadsbestuur zich ge
noodzaakt voor alle gilden gildereglemen-
ten uit te vaardigen.
Ook stond de magistraat toe dat er contro
le kwam van de burgerij op de stedelijke
financiën. Beide stadsbesturen waren ken
nelijk geschrokken van de controle die de
gilden, al was het maar indirect, konden
uitoefenen op de stedelijke overheid.
Zodra de omstandigheden dat toelieten
probeerden de stadsbesturen zich dan ook
te ontdoen van dit toezicht.
Een goede mogelijkheid deed zich daar
toe voor toen de economische situatie
verslechterde wat later in de 16e eeuw
het geval was.
Wanneer dan ook de in het nauw geko
men gilden zich in zo'n geval tot hun
stadsbestuur wendden om aanscherping
van hun reglementen te krijgen zodat ze
beter nieuwkomers in hun vak buiten de
deur zouden kunnen houden, ging de ste
delijke overheid daar gaarne op in.
De voor de ambachtslieden zo benarde
situatie bood de magistraat dan een ideale
kans hun greep op de gilden te verstevi
gen en deze als machtsfactor in de plaat
selijke politiek uit te schakelen.
Volgens de gangbare opvatting is het eco
nomische aspect van de gilden alles bepa
lend. Is dit nu ook het geval voor wat de
Zutphense en Zwolse gilden betreft? In
Zutphen is inderdaad meteen al sprake
van wat heet gildedwang 39. Men bedoelt
daarmee het verplichte lidmaatschap van
het betreffende gilde voor iedereen die
een bepaald beroep wilde uitoefenen.
Deze strekte zich zelfs ook territoriaal nog
uit tot ver buiten de eigen stad. Zwolle
daarentegen kreeg in een heel laat stadi
um deze gildedwang: pas in de 16e eeuw.
Nergens is in Zwolle iets van dien aard te
vinden vóór het jaar 1 53740.
De invoering van gildedwang zal te ma
ken hebben met sterk verslechterende
omstandigheden. Die deden zich in
Zutphen al sedert het eind van de 14e
eeuw voor: vandaar dat toen de eerste gil-
dereglementen verschenen, die gilde
dwang inhielden. In Zwolle trad een echt
ernstige economische malaise eerst omst
reeks 1535 op. Vandaar dat in Zwolle pas
toen gildedwang voorkwam.
Tenslotte nog het militaire aspects/an de
gilden. In veel steden schijnen de milities
reeds vroeg georganiseerd te zijn geweest
in het kader van de ambachtsgilden.
Wanneer dit het geval was bezorgde een
dergelijke militaire organisatie het gilde
natuurlijk een zekere macht. Inderdaad is
het zo, dat in Zutphen in de reglementen
sterk de nadruk werd gelegd op de militai
re verplichtingen van de gilden. Niet al
leen diende iedere man bewapend te zijn,
dat was ook in Zwolle zo, maar in het ge
val van Zutphen werd zelfs voorgeschre
ven met hoeveel man het gilde diende te
verschijnen 41Maar dit gaf de Zutphense
gilden geen macht of invloed. Integen
deel: het zal door het stadsbestuur voor
geschreven zijn gezien de sterke ontvol
king in de 16e eeuw.
In werkelijkheid raakten de Zutphense gil
den door deze bepalingen juist in de pro
blemen: herhaaldelijk vinden we reques-
ten van de gilden aan het stadsbestuur
van Zutphen met het verzoek ontheven te
mogen worden van de verplichting om
met het voorgeschreven aantal gewapen
de mannen te verschijnen. Ook in Zwolle
was de militaire uitrusting van de gilden
waarschijnlijk niet geweldig. Want in het
roerige jaar 1566 moesten de bestuurders
van de diverse gilden gaan controleren of
iedere gildebroeder nog wel over een ge
weer beschikte (42). Op militair gebied
speelden de gilden in Zutphen en Zwolle
blijkbaar geen rol van betekenis.
De voorschriften ten aanzien van oplei
ding, examen en entreegeld hielpen dui
delijk mee de monopoliepositie van de
gilden te versterken en ze een exclusief
karakter te geven. Wel zorgden de stads-
31