HoM. Ie Grand Inleiding In dit artikel wordt eerst een beschrijving gegeven van de wijze waarop wij - me vrouw Schreuder en ik - onze speurtocht hebben uitgevoerd en welke problemen we daarbij hebben ontmoet. Vervolgens wordt het resultaat van de speurtocht weergegeven. Tot besluit de geschiedenis van de opheffing van de gil den in de 19e eeuw. Bij ons onderzoek naar de opheffing van de gilden 1 was ons gebleken dat in het Stadsarchief een Gildearchief aanwezig is. Waarschijnlijk is dat archief ontstaan toen de stukken werden ingeleverd bij de op heffing van de gilden. Er is ook een ar chief van het Kramersgilde, dat destijds weigerde het archief af te staan. Ook in de Memoriën- en Resolutieboeken, waar in alle besluiten van het stadsbestuur zijn opgetekend, komen af en toe gildeproble- men ter sprake. Bovendien komen we stukken over de gilden tegen in de corre spondentie, in publikaties van de landelij ke en provinciale overheid en in diverse losse stukken. De geschiedenis van de gilden strekt zich uit over een periode van ongeveer 450 jaar. In zo'n lange periode verandert er nogal wat: in schrift en spelling, in taalge bruik en in het wereldgebeuren. Er was dus veel studie noodzakelijk over de ach tergronden van het gildegebeuren. Natuurlijk kon niet alles wat zich in het archief bevindt bestudeerd worden. We ontwikkelden de volgende strategie: we gingen eerst op zoek naar stukken die voor expositie in aanmerking konden ko men. Die stukken moesten komen uit di verse perioden en van verschillende gil den. Wat aan deze criteria voldeed, werd nader bestudeerd. Hieruit werd een de finitieve keus gemaakt. Wetenschappelijk gezien wellicht niet de beste keus, maar voor ons doel de meest geschikte. Gelijk tijdig werkten we aan een catalogus. Toen de expositie werd uitgesteld tot het najaar van 1990 en er ook lezingen ge houden zouden worden over dit onder werp, werd het voor ons moeilijk. We dachten aan de grote gaten in onze ken nis, aan de merkwaardige selectie die we hadden toegepast bij het lezen van de stukken en aan vele andere problemen die zich voordoen bij het houden van een lezing. Het verzoek om de lezing, die op 11 december 1990 gehouden werd, om te bouwen tot een publikatie, leverde op nieuw veel studie op. We wilden de lacu nes zo veel mogelijk opvullen. Bij het begin van ons onderzoek werd ons een drietal vragen gesteld: 1Kunt u iets vinden over het aantal en de aard van de gilden? 2. Wat was de macht van de gilden? 3. Welk verband was er met de religie? In het kort iets ter toelichting, ad 1 Gilden ontstonden en verdwenen weer, werden gesplitst en samengevoegd. Slechts een enkele keer kwamen we een lijst tegen van alle gilden in een bepaald jaar, bijvoorbeeld in 1 703 en in 1745 (zie bijlagen 1 en 2). In laatstgenoemd jaar wordt een voorschrift vermeld met betrek king tot het aantal brandemmers dat elk gilde behoorde te hebben. Een lijst met de jaartallen van verstrekking van gildebrie- ven en dergelijke is als bijlage 3 toege voegd aan dit artikel, ad 2 De politieke macht van de gilden was waarschijnlijk gering. We komen hier nog op terug, ad 3 Tot de Reformatie speelde de kerk natuur lijk een belangrijke rol. In de gildebrieven blijkt herhaaldelijk dat bij het 'winnen' van het gilde, of bij het begin van de op- 38 De ambachtsgilden in lutphen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1994 | | pagina 16