de nog bestaande bronnen betreffende het
Zutphense timmermansgilde de term
"viergekroonden gilde" pas in 1630 voor
het eerst voor, maar het is toch wel waar
schijnlijk, dat deze benaming van vóór de
Reformatie dateert en zo ingeburgerd was,
dat men het gilde tot de opheffing zo is
blijven noemen.
De uit 1 797 daterende gildekan van het
timmermansgilde - aan de bovenzijde ver
sierd met vier kronen - is hier een illustra
tie van 6). Evenzo de herdenkingssteen in
de Broederenkerk.
Dat men zich niet altijd meer realiseerde
hoe het timmermansgilde aan zijn naam
gekomen was, blijkt uit het feit dat soms
gesproken werd van viergekroonde gilde,
alsof het gilde vier keer bekroond was 7!
Behalve in Zutphen werd ook in Leiden
wel over viergekroonden gilde gesproken,
maar het timmermansgilde werd in die
stad ook wel St Jozefsgilde genoemd 8.
In Antwerpen bestond ook een gilde van
de viergekroonden (metselaarsgilde)9. Bij
de opheffing van de gilden in 1798 was er
in Arnhem, Delft, Elburg, Hoorn en Rotter
dam sprake van een St Jozefsgilde, zonder
vermelding van een andere benaming
De reden waarom in Zutphen de minder
gebruikelijke naam "gilde van de vierge
kroonden" werd gebruikt voor het timmer
mansgilde, is onbekend.
Noten
1Otto Wimmer, Handbuch der Namen und
Heiligen, 1966.
2. Looper, B., Collectie Meinsma, 151. Ver
der ook: Dietsche Warande, 1857, 107.
3. W.E. Smelt, Inventaris van het Oud Ar
chief Zutphen (OAZ), Gildearchieven,
inv.nr. 73.
4. OAZ, inv.nr. 1902.
5. Lucy Menzies, The Saints in Italy, 1924.
6. Grand, H.M. Ie, Oorthuys, C.B. en Schreu-
der, R., "De opheffing van de gilden in
Zutphen". In: Oud-Zutphen 1988, 61-77.
7. Ibidem.
8. Mondelinge mededeling.
9. Stadsarchief Antwerpen, Inventaris op het
archief van gilden en ambachten1925.
10. Eeghen, I.H. van, De Gildentheorie en
praktijk, 1965.
h
Z
Z'
b
v
V"
ÏT
In de muur van de zuidelijke zijbeuk is een gedenksteen geplaatst van het Viergekroon
den gilde. Langs de randen zijn de werktuigen van de bij het gilde behorende beroepen
afgebeeld.
(Foto: Willem Feith)
37
V