van Lateranen (1179) toegekend aan de le-
prozengemeenschappen in het Westerse
christendom.28 De enige voorwaarde was
dat de pastoor van de parochiekerk hier
door geen inkomstenderving zou onder
vinden en schadeloos zou worden gesteld.
Vreemd genoeg kwam deze financiële re
geling tussen de pastoor van Warnsveld en
het stadsbestuur van Zutphen over de mis
vieringen in de kapel op "de Worf" pas in
1490 tot stand.29 Deze regeling maakt het
een en ander duidelijk over de godsdien
stoefening in de kapel. Vlak voor iedere
mis zou men de klok mogen luiden. Twee
maal per week zou de priester de mis op
dragen: op donderdagochtend om zeven
uur en op zondagochtend om zeven of
acht uur. Tijdens de zondagse misviering
zou de priester aan de leprozen het credo
voorzeggen en de heiligedagen voor de ko
mende week afkondigen. Hij zou boven
dien het wijwater zegenen en de leprozen
ermee besprenkelen. Iedere leproos in het
huis was verplicht de mis staand of zittend
bij te wonen, tenzij de ernst van de ziekte
dit praktisch onmogelijk maakte. De pries
ter beschikte in 1453 over een vergulde
miskelk met een kelkdoek, twee kruiken,
een kanten misgewaad en een priester
kleed van groen laken, vijf stukken altaarla-
ken en een klein missaal.30 Hij werd door
het stadsbestuur aan de bisschop voorge
dragen.31
Dankzij de aparte misvieringen in de ei
gen kapel bleven de leprozen tot de chris
telijke geloofsgemeenschap behoren en
waren ze niet van de zielzorg verstoken.
Ook op andere wijze werd de religieuze
band met de gezonde gelovigen in stand
gehouden. De leprozen op "de Worf"
werden beschouwd als middelaars tussen
de gezonde bevolking en God. De gegoe
de stedelingen schonken, bij voorkeur in
hun testament, goederen en renten aan de
leprozen, in ruil waarvoor de zieken ge
beden richtten tot God voor het zieleheil
van hun begunstigers. Deze gedachte
vormde in 1490 voor de pastoor van
Warnsveld een belangrijke overweging
om in te stemmen met de misvieringen in
de kapel. Dit werd de plaats waar de le
prozen konden bidden voor het zieleheil
van alle goede mensen die een aalmoes
hadden geschonken.32 In het archief van
"de Worf" is dan ook een aantal schen
kingsbrieven bewaard gebleven.
Samenvattend: in de middeleeuwse religi
euze beeldvorming kon de leproos grof
weg worden beschouwd als een "onrei
ne" zondaar wiens ziel overdekt was met
doodzonden, maar tevens als een door
God uitverkorene. Enerzijds betekende dit
GA
mU Aft™
Detail van een bladzijde uit het Caertenboeck van Thomas Witteroos, met het klooster
Galileen en het leprozenhuis De Worf.
(Collectie Stadsarchief Zutphen)
6
•""l" fff Hf-
CiUm rflltr
t
tmssl il'4 '/ffi
Wilt ft'
WK-
=^3
j. -
m 'V