behoorden de huizen en hoven van de begijnen. Vanuit het ge bied rond Luik en Namen ver spreidden deze instellingen zich in de loop van de 13e eeuw over grote delen van West- en Mid den-Europa. De vrouwen leef den binnen een begijnenge meenschap afzonderlijk in een eigen huisje, zichzelf voorziend in hun bestaan. Ook de door Geert Grote (1340-1384) ge stichte zusterhuizen van het Ge mene gemeenschappelijke) Leven behoorden tot de instel lingen waarin niet volgens een kloosterregel werd geleefd. De zusters in deze huizen leidden gezamenlijk een leven in dienst van God. Zij moesten door het betrachten van de grootste so berheid en meditatie hun eigen innerlijk leren kennen en daar door vrede met zichzelf en met God trachten te bereiken. Een mogelijkheid om als leek, onder het aannemen van een re gel, een (semi)religieus leven te leiden, boden, vanaf het eind van de 13e eeuw, de derde or den van zowel franciscanen als dominicanen. Ook deze tertia rissen, zoals de vrouwelijke le den van deze orden werden ge noemd, legden niet de drie kloostergeloften af. Wel leefden zij, in tegenstelling tot de begij nen en de zusters van het Ge mene Leven, na afstand te heb ben gedaan van persoonlijk be zit, veelal gemeenschappelijk, volgens de regel van de betref fende orde. Deze ontwikkelin gen zijn aan Zutphen niet voor bij gegaan. Er ontstonden zes geestelijke instellingen voor vrouwen (conventen), te weten: het Spittaal, het Oude Convent, het Rondeel, het Adamanshuis, het Heer Hendriks- of Wolfs- huis en Isendoorn. Hieronder bevonden zich begijnhuizen, zusterhuizen van het Gemene Leven alsmede conventen van de derde orde der franciscanen. Het Spittaal Omstreeks 1250 werd door de (religieuze) broederschap van de Heilige Geest in de huidige Spittaalstraat een hospitaal ge sticht. Daarin leefden aanvanke lijk zowel broeders als zusters, die onder leiding van een magis ter hulp verleenden aan reizi gers, zieken en behoeftigen. Nog vóór het jaar 1300 verdwe nen de broeders echter uit dit hospitaal en veranderde het in een begijnhuis, het Spittaal. Vermoedelijk kwam door deze ontwikkeling de hospitaalfunctie ter discussie te staan, waarbij het verbod op de begijneninstel lingen, door het concilie van Vienne (1311), een rol kan heb ben gespeeld. Het is daarom dan ook aannemelijk dat juist hierom, op initiatief van het stadsbestuur, een nieuw hospi taal van de Heilige Geest, gele gen tussen het Bornhof en de Bernhardsteeg, werd gesticht. Tussen beide instellingen be stond - zeker in later tijd - een band, getuige het feit dat in de statuten van het Spittaal uit 1453 werd bepaald dat steeds gedurende een maand twee zus ters van dit huis in het nieuwe hospitaal werkzaam moesten zijn. In 1373, nadat de zusters een pand aan de Zaadmarkt, bij de hoek van de Pelikaanstraat, betrokken hadden, werd het complex aan de Spittaalstraat aan de stad Zutphen verkocht. Aan de situatie van het Spittaal veranderde tot het midden van de 15e eeuw niets wezenlijks. In het jaar 1454 echter, misschien ingegeven door het voorbeeld van het Heer Hendrikshuis, be kenden de zusters in het Spittaal zich tot de derde orde van St Franciscus. Het Oude Convent In het huis aan het Oude Wand, waarin, voor hun vertrek naar het nieuwe kloostercomplex aan de Rozengracht, het dominica nerklooster gevestigd was, ont stond even vóór 1300 een ander begijnhuis, het Oude Convent.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1993 | | pagina 8