bewoners van Zutphen een of andere vorm van godsdienst hebben gekend. Gedacht moet worden - als we uitgaan van be woning van Zutphen vanaf de late Ijzertijd of vanaf de Ro meinse tijd - aan de verering van Keltische of Germaanse godheden, zoals bijvoorbeeld Donar, in deze regio niet zozeer een woeste oorlogsgod, maar veeleer een goedmoedige boe- rengod. Tot de achtste eeuw zal de si tuatie, ondanks de grote Volks verhuizing, nauwelijks veran derd zijn, hoewel het mogelijk is dat er van enige beïnvloeding door het christendom sprake is geweest. Pas omstreeks 760 wordt melding gemaakt van de kerstening van het gebied rond Deventer door de Angelsaksi sche zendeling Liafwin (Latijnse naam: Lebuinus), die daar on der andere een kerk stichtte. Vanwege het verzet van de Sak sen tegen inlijving bij het Fran kische Rijk, bleef de situatie er echter een tijdlang gespannen. Zo werd onder andere de kerk in Deventer verwoest. Pas toen de zendeling Liudger rond 790 deze weer op kon bouwen en vervolgens in onze omgeving, onder andere in Wichmond en Zelhem, een aantal nieuwe ker ken stichtte, was het pleit ten gunste van het christendom be slecht. Het duurt echter nog lange tijd, voordat ons schrifte lijke getuigenissen van Zutphen en het religieuze leven aldaar bereiken. Eerst in een oorkonde uit 1059, waarvan de echtheid sterk in twijfel wordt getrokken, is er sprake van de St Walburgs- kerk met een daaraan verbon den kapittel. Ondanks de twijfel aan de echtheid van deze oor konde is het zeer waarschijnlijk dat in die periode reeds een ka pel of kerkje aanwezig was aan het huidige 5s-Gravenhof, aan vankelijk ressorterend onder de parochie Warnsveld. In de loop der tijd werd deze kerk, onder andere na verwoesting door brand, steeds verder verbouwd en vergroot. Omstreeks het mid den van de 13e eeuw werd in de Nieuwstad een tweede kerk ge sticht. De Zutphense vrouwenconventen Naast de kerken, die in veel ste den, waaronder Zutphen, nog steeds bepalend zijn voor het stadsbeeld, heeft een ander soort religieuze instelling, het klooster, grote invloed gehad op het leven van de middeleeuwer. Voor Zutphen zijn vooral de be delorden, in het bijzonder die van de dominicanen en francis canen, van groot belang ge weest. Deze orden, die een leven in totale armoede na streefden, waren in het begin van de 13e eeuw gesticht als reactie op misstanden binnen de bestaande kloosters. Ook vele vrouwen voelden zich geroepen om een leven in dienst van God te leiden. Een moge lijkheid hiertoe werd door de di verse kloosterorden gecreëerd door het stichten van vrouwen kloosters, waarin de vrouwen, na het afleggen van de drie kloostergeloften - gehoorzaam heid, zuiverheid en armoede - konden worden opgenomen. De toeloop was, mede door een vrouwenoverschot, echter der mate groot, dat veel orden be sloten de instroom te beperken, onder andere door af te zien van nieuwe stichtingen. Naast deze reguliere vrouwen kloosters ontstonden er daar door - en ook vanwege het feit dat de intrede in een klooster vaak met hoge kosten gepaard ging - instellingen, waarin vrou wen, als leek, een devoot en godvruchtig leven konden lei den. In tegenstelling tot de ech te kloosterlingen, legden deze mulieres religiosae niet de drie kloostergeloften af. Wel leefden zij in sommige instellingen vol gens een aangepaste klooster regel. Tot de groep, die niet vol gens een regel leefden, 28

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1993 | | pagina 6