vertakkingen in de plaatselijke geestelijkheid hadden. Begin 1579 diende een aantal burgers van Zutphen een ver zoek in om vrije uitoefening van hun (hervormde) religie moge lijk te maken. De stadhouder antwoordde hierop dat dit in overeenstemming was met de religievrede. De magistraat ver klaarde zich daarop in principe bereid, mits de landvoogd toe stemming gaf. Deze vertragende afleidingsmanoeuvre werd niet geaccepteerd door de stadhou der. Hij zou zelf contact opne men met de landvoogd. Onder tussen moest men alvast een kerk afstaan, maar dit bleef men nog enige tijd weigeren. Pas in juli 1579 lukte het de stadhouder om de magistraat te dwingen tot het toelaten van een Staats garnizoen. Een aanzien lijk deel van de stadsregering kon zich niet verenigen met deze omwenteling en vertrok. Het nieuwe stadsbestuur stond begin augustus de Broederen kerk af aan de hervormden. Op 9 augustus hield men er de eer ste dienst die door ongeveer 300 mensen werd bijgewoond. In december van hetzelfde jaar schreef een aantal Zutphense katholieken aan het stadsbestuur een verzoekschrift. Zij beweer den dat de Nieuwstadskerk, die tot eind 1581 in katholieke han den zou blijven, veel te klein was om het grote aantal katho lieke kerkgangers te herbergen en dat daarom een deel van hen tijdens de diensten buiten op het kerkhof naar de pastoor moest luisteren en daarbij €an- nemmen regen und allerley un- weder'. En dat voor het aantal 'Reformierten', dat veel kleiner was, de Broederenkerk toch wel genoeg zou zijn. Daarom wilden ze weer gebruik maken van de Walburgskerk. Dit verzoek werd niet ingewilligd. De Walburgs kerk werd eind 1579 in gebruik genomen door de hervormden, die toen de door de oorlog zwaar beschadigde Broederen kerk verlieten. De Nieuwstads kerk kwam eind 1581 eveneens in handen van de hervormden. De pastoor van deze kerk, Johan van Coetwick, werd uit de stad verbannen. Onder leiding van Johan Bap- tista de Taxis wisten de Span jaarden in 1583, tijdens hun campagne om de IJssellinie te herstellen, bij verrassing Zut phen in te nemen. In de nacht van 22 september had een afde ling van de Spanjaarden zich verscholen in het bolwerk voor de Nieuwstadspoort. Bij het openen van de poort konden deze Spanjaarden zich meester maken van de stad. Voor de - voorlopig - laatste keer werd in Zutphen het katholicisme als of ficiële religie hersteld. Alle ker ken kwamen weer in katholieke handen. Voor een gereformeer de overtuiging was in het open baar geen plaats meer. Toen prins Maurits als stadhou der op 31 mei 1591 de stad op de Spanjaarden heroverde, bete kende dit de definitieve vesti ging van het calvinisme. Alle kerken en andere katholieke be zittingen kwamen in handen van de protestanten. Het was niet verboden katholiek te blijven - dat werd gedoogd - maar het was wel streng verboden om samenkomsten te houden. De katholieken moesten daarom in het vervolg hun diensten in het geheim houden. De Nieuw stadskerk werd pas in 1810 overgedragen aan de katholie ken. Zij raakte na 1591 steeds meer in verval. Pas na een res tauratie werd zij in 1647 door de protestanten weer in gebruik genomen. Voor hun geheime diensten maakten de katholieken vanaf het begin van de 17e eeuw on der andere gebruik van de schuilkapel in het huis de Wil deman aan de Zaadmarkt, nu opgenomen in het Museum Henriette Polak. In 1633 wer- 53

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1993 | | pagina 31