De verkleuringen in het hout
van twee verloren gegane klam
pen geven een indicatie over de
plaatsing van de altaarkast in de
kerk. Een belangrijke functie
van de klampen was isolatie.
Hieruit kan afgeleid worden dat
de kast oorspronkelijk bevestigd
was aan een vochtdoorlatende
buitenmuur. In de achterwand
zijn daarvoor drie rechthoekige
openingen gezaagd. Dit zou ook
de watervlekken verklaren die
zichtbaar zijn geworden in de
zeer kwetsbare lijmverftechniek.
Later moet de kast verplaatst
zijn naar een positie meer vrij
staand in de ruimte, getuige de
verkleuringen die ontstaan zijn
door het afdekken van de drie
ophanggaten en de vele inscrip
ties op de achterzijde. De hoog
te van de inscripties maakt dui
delijk dat de kast toen ook op
een altaar stond en ook als zo
danig gebruikt werd.
Toen het vurehouten kruis werd
verwijderd bleek dat de beschil
dering daaronder niet doorliep,
zodat de afmetingen en de
plaats van het oorspronkelijke
kruis exact vastgesteld konden
worden. Eveneens zichtbaar
werden drie gaten die gediend
hebben ter bevestiging van het
kruis en het gebeeldhouwde
crucifix. Voor de bevestiging
van het crucifix zijn verder aan
weerszijden onder de armen van
het kruis twee uitsparingen ge
hakt, waarin de ijzeren ophang-
beugels vastzaten. Deze inge-
m
i
i
I
f
43