overleden begunstigers. Ook de ruimte onder de toren had een functie in de liturgie. In de beschrijving van de verplich tingen van de leden van de broederschap van St Walburgis is te lezen dat de leden tijdens de introïtus (intredezang) van de dodenmis zich naar de toren moesten begeven en daar moes ten wachten terwijl er voor de overleden geluid werd. Daarna werd een commendatio gehou den in het benedenkoor, vervol gens begon de requiemmis. Uit deze korte beschrijving van enkele elementen van de mid deleeuwse eredienst in de Wal- burgskerk is duidelijk dat de kerk op een andere manier werd gebruikt dan nu. Processies, aparte plechtigheden vooral voor de doden, bezoek aan alta ren op diverse plekken in de kerk, en in de crypte bij bijzon dere gelegenheden, veel klokge lui gaven de liturgie een grote variatie en rijkdom. Van de 're gieaanwijzingen' kunnen we maar weinig meer terugvinden. Met behulp van anderssoortige aanwijzingen is hier en daar iets te reconstrueren. Van de muziek voor de koorzang is in Zutphen daarentegen relatief veel be waard gebleven, alle koorzang in gregoriaanse of daar tegenaan leunende vormen. Deze muziek klonk in continue ontwikkeling, zeker zeven eeuwen lang, vanaf de stichting van de allereerste kerk tot aan het eind van de 16e eeuw. Met de intrede van de Reforma tie werden het kapittel en de vi- carieën afgeschaft. De bezittin gen werden geseculariseeerd, door de overheid in beslag geno men. De altaren werden wegge broken, de gregoriaanse muziek verstomde. Het zou 400 jaar du ren voordat op 25 februari 1990 de Hymne en Sequentie van St Walburgis opnieuw in de Wal- burgskerk zouden klinken.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1993 | | pagina 17