stig geklaagd over de staat van
het orgel: het is zeer ontstemd,
'bij de minste warmte [kunnen]
sommige Registers niet dan met
de meeste anstrenging en ge
weld' uitgetrokken worden. Het
tegenovergestelde doet zich voor
bij vochtig weer. En de blaasbal
gen houden onvoldoende wind.
In 1764 wordt een legaat in de
vorm van een obligatie van
ƒ1000,- ontvangen van de zwa
ger van ds Rudolph Kemper,
oud-predikant van de gemeente.
In een brief aan de kerkeraad
schrijft Kemper: 'Denkelijk is
die schikking van den overleede-
nen een uytwerksel geweest van
de achting, voor de Zutphense
Gemeente opgevat gedurende
mijn predikdienst van de zelve'.
In de testamentaire beschikking
staat dat de jaarlijkse opbreng
sten van de obligatie besteed
dienen te worden aan het onder
houd van het orgel.
Hoewel in 1804 alle figuren en
het snijwerk nog worden verguld
en alle frontpijpen verzilverd
worden, is de kwaliteit dusdanig
dat echt uitgezien moet worden
naar iets anders.
De grote gift van 17 64 ten spijt
raakt het orgel in de eerste helft
van de 19e eeuw in een dusda
nig slechte staat, dat gehoopt
wordt dat een ander orgel aan
geschaft kan worden. In 1787
heeft de Groninger orgelbouwer
Frijtag nog de windlade vervan
gen, een bron van regelmatig te
rugkerende ergernis. Maar veel
effect heeft dat niet gehad.
In 1819 stelt organist J.L. Gro-
neman voor het orgel dusdanig
te verbeteren dat het weer
bruikbaar is in de erediensten.
Het bijbehorende kostenplaatje
(ƒ730,-) schrikt de kerkrent-
meesters niet af. Zo kan in het
voorjaar van 1820 geconclu
deerd worden dat de kerk -
dankzij het werk van orgelbou
wer Timpe - weer over een goed
orgel beschikt met acht stem
men. Probleem is dat het orgel
niet goed gestemd kan worden.
Het staat te kort onder het dak
van de kerk. De twee organisten
die het orgel keuren (J.L. Gro-
neman en D. Grutterink) zeg
u'
Afb.3 Het Lokman-orgel, een recente opname, (foto: Christojfel Jonkers)
1
1