4 Een grafkelder in de Nieuwstadskerk Tijdens de binnenrestauratie van de Nieuwstadskerk kwam in februari van het vorig jaar een grafkelder aan het licht. Op 24 februari werd de vondst gedocu menteerd. De kelder van 3.13 bij 2.13 m bevond zich in de zuiderzijbeuk in de zuidoost hoek van de kerk. Dit zuidooste lijke deel werd omstreeks het midden van de 16e eeuw aan de kerk toegevoegd en is nog ge bouwd van grote bakstenen van middeleeuws formaat (27 x 13 x 7 cm). De grafkelder moet aan merkelijk jonger zijn met een baksteenformaat van 22 x 11 x 5 cm. De ingang van de grafkelder bevond zich aan de lange west zijde van de kelder met een bak stenen trap van acht treden. Op de bakstenen vloer zijn in de lengterichting twee rijen bakste nen gemetseld waarop de doodskisten ooit stonden. Op de vochtige vloer zouden de kisten te snel rotten. Er is plaats ge weest voor vier kisten op een rij. De kelder is al eens eerder ont dekt. Bij die gelegenheid is de kelder vol puin en afval gestort. De grafsteen die de ingang toe dekte is niet meer aanwezig. Over de ingang is een beton- vloertje gelegd. De graven moe ten toen al deels geruimd zijn geweest. Het skeletmateriaal werd verstoord tussen het puin aangetroffen en was zeer onvol ledig. De resten van minimaal vier individuen waren nog aan wezig. Dit komt overeen met de beschikbare ruimte voor vier graven. Verdere mobiele vond sten tussen het puin waren: een doodskisthengsel, een ijzeren ring met houtresten, wat zand stenen bouwfragmenten van kerkvensters, varkens- en run derbeenderen (slachtafval van de keuken van de Franse troe pen die de kerk in de tijd van Napoleon als onderkomen ge bruikten?) en een scherf van Hessisch aardewerk (vroeg 17e eeuws) De identiteit van de begravenen was niet moeilijk te achterhalen. In het Stadsarchief is een platte grond van de Nieuwstadskerk met daarop de posities van alle graven in de kerk. De kerk was toen nog een reformatorische kerk. De kaart met lijst van be gravenen dateert van 1754. Er is nog een tweede lijst uit 1810. De lijst werd opgemaakt om de verzakkingen van de graven te inventariseren. We komen de kelder met ingang tegen als grafnr. A 50-53 'Tengnagels kelder' en A 46 'Ingank van Tengnagels kelder'. De vier grafnummers corresponderen met de ruimte voor vier begra vingen. De kelder was dus het Afb.9 De grafkelder met skeletresten. De beenderen liggen niet op hun oorspronkelijke plaats maar zijn cpro formauitgestald. 18 De archeologische werkgroep n

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1993 | | pagina 20