vond plaats in de Apenstert, de
stadsgevangenis in een muur
toren aan de Berkel in de Barl-
heze. Pijniging was niet vaak
nodig. Het tonen van de martel
werktuigen was voldoende om
iemand te laten bekennen.
Mocht dit echter toch op de
pijnbank gebeuren, dan moest
de bekentenis 'buiten pijne ende
banden van ijser' herhaald wor
den. Bleef de verdachte ontken
nen., dan kon worden overge
gaan tot de civiele procedure,
waarbij de verdachte ook het
recht op een advokaat had.
Daarnaast voerde de beul de lijf
straffen uit. Deze doen middel
eeuws aan maar zijn eigenlijk
van een latere tijd. Veelvuldig
kwamen geselen en brandmer
ken voor. Ook de schandstraffen
met roeden of garden omhangen
en levenslang verbannen uit stad
en schependom en aan de
schandpaal stellen. Een enkele
keer werden de zware straffen
als vierendelen, radbraken, ver
drinken en levend begraven op
gelegd, maar deze straffen wa
ren zeldzaam. Vaak ook werden
boetes opgelegd.
In Gelderland werden de scha-
votstraf en de pijnbank al afge
schaft in 1795. Bij de staatsrege
ling van 1798 gebeurde dit voor
de hele Republiek. Voor de beul
was de rol uitgespeeld.
Met de komst van de Franse
troepen aan het einde van de
18e eeuw kwam een einde aan
de positie van de Zutphense
schepenbank.
Noten
1 W.E. Smelt, Het Oud-Archief van de
Gemeente Zutphen (OAZ), inv.nr. 705.
2 Zie ook de inleiding van W.F.M.
Ahoud, Inventaris van het oud-rechter
lijk archief van de gemeente Zutphen,
1389-1811 (1818) (ORA).
3 ORA, inv.nr. 621.
15