5
w
k
tr.
Afb. 1
Een ontsteking wordt uitgebrand door de
dokter. Houtsnede van Johamies Wechtlin.
Illustratie uit Albert S. Lyons, M. D. and
R. Joseph Petrucelli, M. D.Medicine -
An Illustrated Histoiy', New York, 1987.
was een heel oude gewoonte,
dat kleren van overledenen door
het gasthuis werden verkocht.
De kosten van de begrafenis
werden daarmee bestreden.
Maar in 1679 klaagde rent
meester Van Megen, dat de ka
piteins de goede kleding van
overleden militairen weg lieten
halen en versleten kleren achter
lieten om de begrafenis mee te
betalen. De magistraat bepaalde
dat de militairen in het vervolg
zelf maar voor de begrafenis
moesten zorgen en niet het gast
huis.14
Van 1680 tot 1691 werd weer
een 'Soldatenboek' bijge
houden.15 Aanvankelijk vallen
daar weinig opvallende zaken uit
te destilleren. Alleen valt op, dat
het regiment van de 'Prince van
Nassauw, alias het Friessche Re
giment' erg veel zieken had in
1681-1684, namelijk 41, van wie
er 12 zijn overleden. De oorzaak
valt uit het Soldatenboek niet op
te maken. Daarna waren er be
trekkelijk weinig patiënten,
totdat het garnizoen blijkbaar
weer werd uitgebreid toen Lo-
dewijk XIV in 1688 de Repu
bliek der Zeven Vereenigde Ne
derlanden de oorlog verklaarde,
het begin van de Negenjarige
Oorlog. In 1688 waren er
slechts drie opnamen van mili
taire zijde, het jaar daarop op
eens weer 24. Toch is de in
vloed van deze strijd in Zutphen
niet erg groot geweest, vermoe
delijk omdat de gevechten zich
vooral in de Zuidelijke Neder
landen afspeelden.16 Dit blijkt
duidelijk uit de opmerkingen
van Kerkhoff17 over de genees
kundige verzorging tijdens deze
oorlog. Het verband is echter
onmiskenbaar: in september
1690 worden er in het gasthuis
zes Franse soldaten 'van Droge
Nap gebracht, kranck sijnde'.
Hoe de verdere gang van zaken
in het gasthuis is geweest weten
we niet, want dit 'Soldatenboek'
eindigt in 1691.
De draad wordt weer opgepakt
in een volgend 'Soldatenboek',
dat in 1700 begint.18 Toen in
1701 de Spaanse Successie
oorlog uitbrak, vond dat een
enorme weerslag in het functio
neren van het gasthuis. In 1700
werden nog maar 14 soldaten
opgenomen, afkomstig uit zes
regimenten of compagnieën
(meestal artillerie). In 1701
waren het 46 soldaten uit 15
verschillende onderdelen, onder
wie Denen, Lüneburgers,
Hessen en Zwitsers. In 1702
kwamen er al 83 in het gasthuis.
Een bijzondere categorie
vormden de Franse gevangenen
die op 12 december 1702 in
Zutphen arriveerden. Twaalf
van hen werden meteen die
zelfde dag opgenomen. Tot en
met 30 januari 1703 volgden er
51
~T
M