Graficus Behrens was een bekend verza melaar van gelegenheidsgrafiek en exlibris. Hij beoefende ook zelf de grafische kunst. Zijn doorgaans eenvoudige lino sneden en kleine tekeningen kunnen de tand des tijds gemak kelijk doorstaan. Behrens maakte 38 exlibris in verschil lende technieken. Daarvan werden er 22 uitgevoerd als te kening, 14 als linosnede en een enkele in schaaftechniek. Naast exlibris maakte Behrens een aantal gelegenheidprenten en vignetten. In 1942 maakte hij een vignet voor een rijmprent over koningin Wilhelmina en het bezette Nederland met een anoniem gedicht dat in het Ne derlands werd uitgegeven. De prent is gedateerd 10 mei 1942. Het gedicht was van Cor Bou- chette. Bij de geboorte van prinses Margriet op 19 januari 1943 verscheen van beide kun stenaars opnieuw een rijmprent. Bij de gelegenheidsprenten be vinden zich tamelijk obligate af beeldingen maar het merendeel verraadt de voorkeur van Behrens: bloemen, stadsge zichten, boeken, een handpers, de Librije te Zutphen en tijdens de jaren zestig vooral tekeningen van Ariabacken dat tot zijn dood een dominante rol in zijn leven zou spelen. Auteur Oudheidkunde, heemkunde en de natuur waren Behrens lief. Hij kon er gloedvol over schrijven. De grondslag ervoor was gelegd in Zutphen en om streken, waarover hij geïnfor meerd was door de 19e eeuwse Van Til, door het werk van Baudartius, door Tadama, de historieschrijver van Zutphen, door de archivarissen van de stad en door de schatten die in het Stedelijk Museum van Zutphen aanwezig waren. Zutphen stond voor de Graaf schap, de Graafschap voor Gelre en wie affiniteit met Gelre had, hield van een hertogdom dat een tijdlang een grote rol had gespeeld in de geschiedenis van de Nederlanden. Charles Behrens werd erdoor aangetrokken. Met ondermeer Jhr Jan Feith en illustrator B. van Vlijmen maakte hij vier boeken in de serie Zwerftochten door ons land voor de Koek- en beschuitfabriek v.h. G. Hille Zoon te Zaandam. Niet alleen door de vakkundige en lezens waardige teksten maar ook door de uitvoering vonden de delen terecht veel aftrek. Uiteraard was ook de grafische kunst onderwerp van enkele boekjes. Ook voor de exlibris kunstenaar Rueter verzorgde Behrens twee uitgaafjes. Hij schreef de tekst van 'Dienend Dichter in Zwart en Wit' (1957) en eerder 'Pam G. Rueter, en hollandsk grafiker' (1952) in Exlibriseen boekje dat werd uit gegeven door het Deens Exlibris Gezelschap te Kopenhagen. Uitgever Het is door de korte tijd die hem nog maar gegeven was er niet meer van gekomen. Stellig zou Behrens ook als uitgever ge slaagd zijn. Immers, waarom zou een man die kon schrijven, tekenen, redigeren, vormgeven en een landgoed beheren, geen boeken kunnen uitgeven? De enige keer dat het driemanschap Behrens, Van Koolwijk en Schriks, dat elkaar vele hon derden brieven schreef, elkaar gezamenlijk heeft ontmoet was, hoe kon het anders, in Zutphen. In de tuin van het vroegere hotel-restaurant 's-Gravenhof, waaraan veel oudere bezoekers van Zutphen dierbare herinne ringen hebben. Het eerste werkje dat 'per post' ontstond was Bloemen uit het werk van Otto Feil. Het was de aanzet tot een 'private press', die even later zou uitgroeien tot de Walburg Pers, waarvan E.J. van Ebben- 62

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1992 | | pagina 16