Zutphenaar Natuurlijk bleef Behrens op de hoogte van het wel en wee in zijn moederstad en met enige regelmaat bracht hij een bezoek aan Zutphen om zijn bescheiden zaken af te handelen. Uiteraard was hij als correspondent ver bonden aan de Zulphensche Cou rant en het advertentieblad Huis aan Huis waarin hij bijdragen publiceerde onder de naam Bertil J. De artikelen die hij onder de kop 'Uit het Hooge Noorden' voor een kleine stadskrant als de Zutphensche Courant schreef, gingen over land en volk van Scandinavië, over Lapland, over de goudwinning in Zweden en Finland, over dranksmokkelaars en hun relatie tot de Baltische staten, over kunst en kunste naars, adel en royalty, over to neel en film, over de Hollandse huizen in Stockholm, over Nobel en de Nobelprijswin naars, de walvisvaart, de flora en fauna in zijn tweede vaderland en over de wijze waarop men in Zweden rode bessen inmaakt. Vanaf het moment dat hij zich in Stockholm vestigde tot aan het begin van de Tweede We reldoorlog verschenen maande lijks zijn brieven met de regel maat van de klok in de Zutphense pers. De journalis tieke band met Zutphen da teerde trouwens al uit de jaren twintig, toen Behrens, nauwe lijks na het verlaten van de schoolbanken, medewerker werd aan het advertentieblad Huis aan Huis. In het nummer van 16 april 1927 is een curieus artikel te vinden. Daarin zette Behrens uiteen dat de IJsselbrug voor voetgangers en fietsers le vensgevaarlijk was. Hij meldde dat de brug dagelijks tachtig keer gepasseerd werd door auto bussen en een niet nader ge noemd aantal keren door vrachtauto's, sleperswagens en dergelijke. Behrens, van oordeel dat het voortbestaan van de be staande situatie onwenselijk was, deed een oplossing aan de hand: maak voor de voetgangers een pad aan de buitenzijde van de brug. Al achtte hij zich dan niet bevoegd om het plan verder uit te werken, hij illustreerde het artikel met een tekening waarop de brug was voorzien van een voetgangerspad. De constructie kon, aldus schreef Behrens, licht zijn, waardoor men aan enkele steunpunten in de brede span ning (brughoofd Zutphense zijde tot klep of beweegbare deel) voldoende had. Deze steunpunten konden worden aangebracht door balken onder de grote brug door te leggen. Een moeilijkheid leverde de klep op; maar de techniek was vol gens hem zover gevorderd, dat het mogelijk moest zijn ter plaatse een lichte hefbrug aan te brengen. Voor de stevigheid zou de constructie ervan aan de brug zelf bevestigd moeten worden. Acht jaar later (30 augustus 1935) publiceerde hetzelfde blad dezelfde tekening opnieuw. De redactie tekende daarbij aan: Bovenstaand cliché werd in ons blad van 16 april 1927 afgedrukt boven het hoofdartikel waarin op grooter veiligheid voor voetgangers en wielrijders op de brug werd aan gedrongen. Merkwaardig is hetbij het naslaan van dit artikelte con staterendat de middelen om tot verbetering te gerakenbijna letter lijk tot uitvoering zullen komen in dien de Raad het voorstel van B. W. dat als punt 12 op de agenda van 3 September a. s. voor komtaanneemt. Voor de redactie is het een bewijsdat zij een goede kijk op deze zaak had. De voor stellen van heden gaan alleen verder dan wij durfden adviseer en, n.l. twee trottoirs inplaats van slechts een aan de Zuidzijde. Ook wordt de moeilijkheid met de op haalbrug op dezelfde wijze opgelost als wij voorstelden, n. I. door het aanbrengen van een hefbrug.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1992 | | pagina 13