Afb. 1 De ruïne van slot Ravensberg op een schilderij uit de Romantiek 1840) (foto: Piet Luurtsema) vensberg, overleden in 1137, en Judith van Zutphen heette Otto, een naam die naar de Zutphense grootvader verwijst. Hij vocht tegen de Friezen6, wat ook goed past bij zijn Zutphense afstam ming. Zijn Nordheimse oudoom Hendrik de Vette (zie hierna) en zijn Zutphense oom Hendrik de Oude waren beide graven in Midden-Friesland. Een derde dochter van Otto en Judith van Zutphen, Aleid, trouwde met graaf Egbert van Tecklenburg, gestorven in 1146. Ze kan ouder zijn geweest dan haar zuster Judith. Ze bracht in dit huwelijk de voogdijrechten van de stiftsgoederen van Mün- ster mee.7 Daarover later meer. Egbert, haar man, was een ou dere broer van bisschop Adal bert II van Mainz (1137-1141).8 Haar zoon was Hendrik I van Tecklenburg (1146P-1150- 1173). Haar kleinzoon, Simon van Tecklenburg, was in zijn da gen (na 1173) een van de mach tigste mannen in Saksen. Dit graafschap Tecklenburg, met het bekende toeristenstadje, lag tussen de vorstendommen Münster en Osnabrück en grensde in het zuidoosten bijna aan het graafschap Ravensberg. De Zutphense zusters waren hier dus praktisch buren. Opvallend is verder dat de gra ven van Ravensberg en van Tecklenburg samen in 1141 vochten tegen graaf Egilbert van Rietberg-Oldenburg. De (Duit se) veronderstelling is dat het ging om een deel van de erfenis van het 'Zutphense' gravenhuis in het Nordland.9 Een familie ruzie tussen Salomé, dochter van Ermgard, en twee tantes? 26

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1992 | | pagina 4