i
i
£3
IS
Afb. 5
De IJsselbrug, van doorslaggevend belang
voor het pleidooi de rechtbank in Zutphen te
houden.
(foto: collectie Stedelijke Musea Zutphen)
schikbaar te stellen. Voorwaarde
was dat de pijlers zo breed ge
bouwd zouden worden dat er
naast de spoorbrug ook ruimte
zou komen voor een vaste brug
voor het wegverkeer. Aldus ge
schiedde. De bereikbaarheid van
Zutphen werd daardoor in hoge
mate bevorderd.
In Deventer zou het nog tot
1887 duren eer de treinen vanaf
Apeldoorn de stad over een
spoorbrug zouden kunnen be
reiken. Die lijn werd in 1888
doorgetrokken tot Almelo.
Tijdens de debatten over de
voorgestelde opheffing van de
rechtbank Deventer kwamen
twee kamerleden Van Naamen
van Eemnes en Blussé) met een
amendement waarin werd ge
steld dat niet de rechtbank te
Deventer maar die van Zutphen
zou worden opgeheven. Zij
voerden ter toelichting aan dat
in Deventer meer mensen
woonden en bovendien, dat
daar meer handel en nijverheid
bestond. In die dagen telde
Zutphen 3.700 inwoners minder
dan Deventer. De twee kamerle
den betoogden verder dat de be
volking in Deventer groeide,
maar dat het inwonertal van
Zutphen achteruitging.
Een derde kamerlid, Schimmel-
penninck van der Oije uit
Deventer, betoogde dat Deven
ter moest blijven, ook al moest
hij toegeven dat er in Zutphen
in de laatste twintig jaar meer
vonnissen werden gewezen dan
door de rechtbank in Deventer.
Het kamerlid Lanting pleitte
voor Zutphen en merkte op dat
25 jaar daarvoor Deventer stellig
eerder het middelpunt van de
streek was, maar dat dit in 1877
niet meer opging. Ook gaf hij te
kennen dat van de 158.000 in
woners van het arrondissement
Deventer er 84.000 gemakkelijk
de stad Zutphen konden berei
ken. Daar stond tegenover dat
slechts 50.000 mensen met ge
mak de stad Deventer zouden
kunnen bereiken.
De stemming in de Tweede
Kamer
De beslissing viel toen in de
Tweede Kamer werd gestemd
op 8 maart 1877. Vóór het
amendement ten gunste van
Deventer werden 27 stemmen
uitgebracht. Maar 47 leden
stemden tegen het voorstel. Het
lot van de rechtbank te Deven
ter was daarmee beslist. In die
stad was men droevig gestemd,
maar in Zutphen werd feest
gevierd in de Groote of Oranje
sociëteit, waarvan veel leden te
vens lid waren van de
rechtbank.
De Zutphensche Courant gaf een
juichend commentaar:
37
&i
o
MUM».