sporen van de eerste hal bestaan
uit vergraven ongeroerde grond
en oerbankbrokken. De ontbre
kende sporen van de tweede hal
zullen op hoger niveau gemist
zijn. De samenhang van de spo
ren van de tweede hal oversnij
den de eerste houten hal. De
curtis, zoals Bitter mijns inziens
terecht veronderstelde. Beide
houtbouwfasen staan oost-west,
precies haaks, op de straat (ver
lenging van de Lange Hofstraat)
georiënteerd. De Hofstraat was
ten tijde van de houtbouwfasen
al een structureel element van
tweede hal is behalve breder ook de nederzetting. De tussenfase
langer geweest. De opgravings-
grens belet ons te weten hoe
lang. Opvallend is verder dat
maakte vervolgens plaats voor
de tufstenen palts van 31x10 m
in de late elfde of eerste helft
aan de noordzijde enkele grotere twaalfde eeuw. De weinige
uitspringende paalkuilen werden vondsten die aan de sporen toe
aangetroffen. Is dit wellicht de
ingang van de imposante hal ge
weest? De uitbouw lijkt te anti
ciperen op de noordelijke toren
achtige uitbouw van de stenen
palts waar eveneens de ingang
vermoed wordt. Ook hier belet
de opgravingsgrens ons verder
te kijken.
Samenvattend kunnen we zeg
gen dat er op het 's-Gravenhof
mogelijk al in de Karolingische
Tijd of kort erna (negende-tien-
de eeuw?) een eenschepige hou
ten hal stond van 24x8 m
(afb.5a). De hal werd na brand
op dezelfde plaats vervangen
door een grotere tweeschepige
houten hal van >25x10 m (tien-
de-elfde eeuw?, afb.5b). Wat be
treft de functie van de hallen
denk ik dat we met een repre
sentatieve ruimte, met mogelijk
heden voor opslag, te maken
hebben, deel uitmakend van de
te schrijven zijn beletten ons
nauwkeurige dateringen te ge
ven. Men bedenke dat hiermee
het bewoningshiaat van Bitter
niet is gedicht. Bij een geringe
gebruiksduur van de houtbouw
(30-50 jaar?) zullen de beide op
eenvolgende houtbouwfasen
niet langer dan een eeuw heb
ben gefunctioneerd. Het is dan
ook niet ondenkbaar dat er nog
meer tussenfasen in de onder
grond van het 's-Gravenhof ver
borgen liggen. De helft van het
plein en alle aangrenzende ter
reinen op de voormalige graven
hof zijn immers nog niet onder
zocht.
De (half)ronde burcht,
het oppidum Zutphen
In 1946 werd een noord-zuid
gerichte sleuf over de Groen
markt gegraven. Aangetoond
werd dat ter plaatse van de
Markten een versterking heeft
gelegen.14 Deze versterking be
stond uit een wal, een kleine
greppel en een droge brede
gracht van twee meter diepte.
De omwalling liep via de
Groenmarkt (van de IJssel-west
zijde), Houtmarkt en Zaad-
markt en sloot daar aan op de
IJssel-zuidzijde. Ook hier geldt
dat het mogelijk is dat een deel
van de oevernederzetting en de
aansluiting van de omwalling op
de rivier in de Late Middeleeu
wen is weggespoeld. In de oor
spronkelijke opzet lagen de gra
venhof en de kerk wellicht niet
aan de zuidkant doch in het
midden van de versterking. De
(half) ronde versterking sneed op
deze manier de zuidelijke punt
van de zandrug af en vormde zo
een strategische burcht aan de
IJssel.
De ingang van de versterking lag
daar waar de Lange Hofstraat
de Markten passeert en overgaat
in de Korte Hofstraat, geflan
keerd door Wijnhuistoren en
Huis Gelre. In 1421 wordt hier
de "Lueghenbrugge" vermeld,
een restant van de brug over de
voormalige gracht
De omwalling omsloot een
gebied van vijf ha. waarbinnen
de gravenhof en de kapittelkerk
van St.Walburg lagen (afb.l
kaart 3).
5