prins Maurits). Intussen had echter de gereformeerde religie steeds meer aan
hang gewonnen, zowel in Zutphen als in de Graafschap. De kerkeraad kwam
in 1591 tot stand, de classis in 1593 (met een constituerende vergadering in
Doesburg).
De Reformatie in deze streek is in de loop der tijden uitvoerig beschreven,
in verschillende toonaarden, door historici en/of theologen. De meest recente
verhandeling is die van dr. J. A. M. M. Janssen, in het begin van zijn hoofdstuk
'Zutphen in de maalstroom der Kerkgeschiedenis' in het herdenkingsboek Ge
schiedenis van Zutphen1989 (blz. 267vv). In het notenapparaat hierbij wordt
verwezen naar literatuur over het onderwerp in kwestie.
Niet vermelde bronnen zijn de op het gemeentearchief berustende transcrip
ties (met indiceringen) van het oudste consistorieboek van de hervormde ge
meente van Zutphen, 1579 (1591)-1648, en van de acta van de classis Zutphen,
1593-1628, die door wijlen ds. H. Boiten met zorg en toewijding zijn gemaakt
in de jaren '70 en '80. Tezamen met zijn in machineschrift toegevoegde inlei
dingen op de transcripties wordt veel nieuws geboden over het reilen en zeilen
van de hervormde gemeente van Zutphen en van de classis, terwijl de Reforma
tie in deze regio op verscheidene punten in een ander licht wordt geplaatst.
Opmerkelijk in dit verband is de studie die prof. dr. M. G. Spiertz van de Ka
tholieke Universiteit te Nijmegen, mede aan de hand van het werk van ds. Boi
ten, heeft gewijd aan 'De Kerkeraad van Zutphen in beraad (1591-1621)'.1
Over ditzelfde onderwerp hield hij op 23 september 1991 een voordracht
voor de leden van de Historische Vereniging Zutphen.
Bij zijn conclusies ten aanzien van de omvang van de gereformeerde gemeen
te in de aanlooptijd baseert prof. Spiertz zich - naar het voorkomt op on
juist ingeschatte gegevens over het inwonertal van Zutphen (4.000 zielen in
1607, waarvan tussen de 10 a 15% gereformeerden.2
De totale bevolking van de stad - met uitsluiting van het garnizoen - bedroeg
echter in 1607, volgens schatting van prof. dr. W. Frijhoff, slechts ca. 2.400
zielen.3 Als we de door hem gehanteerde vermenigvuldigingsfactor van 4,7
voor het gemiddelde aantal bewoners van stadshuizen (de bewoningsdichtheid)
toepassen op het aantal lidmaten in 1609 (260 huishoudens), dan komen we uit
op 1.275 personen van gereformeerde huize. Dit wijst er dus op dat het calvi-
niseringsproces na zo'n dertig jaren in Zutphen diep wortel had geschoten
(ruim 50%). Dit percentage is nadien geleidelijk gestegen. De Hervormde kerk
werd in deze regio - zoals overal elders eerder of later in de Republiek - de
heersende, en het lidmaatschap ervan werd voorwaarde voor het vervullen van
functies in stad, kwartier, gewest en generaliteit. Nog in 1798 bedroeg het per
centage hervormden in Zutphen 81,5. Pas daarna zou een langzame daling in-
74