Dat was een versterkte plaats; in dit geval met een kerk. De Zutphense archeo
logische werkgroep heeft die bewoning ook op verschillende plaatsen aange
toond en hierover in Oud-Zutphen verslag uitgebracht.7 Een eerste voorlopige
samenvatting gaf P. Bitter in hoofdstuk 4 van Geschiedenis van Zutphen. De
jongste resultaten werden bereikt met de opgravingen in de Ooijerhoek van de
nederzetting Eme (1990).
Die vroegste bewoners waren nog geen stedelingen maar boeren, die hun
akkertjes op een enk bebouwden en daar in de buurt woonden. Dat deden men
sen overal op de hogere delen, de oeverwallen, rivierduinen en het laagterras
langs de IJssel. Een Zutphense enk - avant la lettre - heeft evengoed bewer
kers gehad als de enken van Warnsveld, Eefde, Tonden of Noord-Empe. Iedere
plaats die geschikt was, werd door de mensen benut. Die enken liggen in het
algemeen boven het tegenwoordige 7.0 m N.A.P. Het zijn akkergebieden;
géén stadsweiden zoals werd vermeld.8 Er kunnen ook twee of zelfs meer enken
zijn geweest, zoals dat ook in Warnsveld en Brummen het geval was. Onder
enk moet een gezamenlijk akkercomplex met individueel grondbezit worden
verstaan. [N.B.: in Zutphen gebruikte men in de Middeleeuwen de vorm
'engh', net als op verschillende plaatsen op de Veluwe. Men schreef niet 'enk'
of het meer noordelijke 'es']
Waar hebben die agrarische, pre-stedelijke Zutphenaren gewoond? In ieder ge
val op het rivierduin bij de Lange Hofstraat.9 Een echt duingebied, met ver
schillende kopjes, zoals de Brons bergen lag hier niet. Verder was er bewoning
rond of op het gebied dat heel de Middeleeuwen bekend bleef als de Zutphense
Engh, buiten de latere Enghpoort, aan het eind van de Turfstraat. De engh be
gon later buiten de Nieuwstadspoort en was het gebied aan beide zijden van de
huidige Weg naar Laren. Een middeleeuwse weg, die ongeveer hetzelfde beloop
had, heette 'Middelweg'.10 Hij eindigde in de Late Middeleeuwen bij een An-
thoniuskapel en een stadskruis voor de Noordveense brug. Dit akkerbouwge
bied was een uitloper van het pleistocene laagterras dat de hogere delen van de
Achterhoek bedekt.11 De engh en de weg zijn te zien op de oudste kaart van
Zutphen door Jacob van Deventer.12 De engh heeft op die kaart een lichte
kleur. Aan die engh grensde in het westen de Mars, met als grondsoort een klei-
afzetting van Berkel en IJssel. Daar konden boeren vee houden. Zolang men
weinig hooiland en dus weinig winterstalling had hield men hoofdzakelijk scha
pen. Hooiland en weilanden kreeg men toen in de tweede ronde ontginningen,
ooibossen en broeklanden werden aangepakt.
Het is zeer wel denkbaar dat deze boeren aanvankelijk kerkten in de oude
St. Maartenskerk van Warnsveld, net als de bewerkers van de Warkense, de
Almense, de Vordense, de Eefdese en de Wolfeler enk.
Het moeten deze boeren van de Engh en hun Heer zijn geweest die, van hun
83