L. W. LENSEN
Dit is het derde en laatste artikel naar aanleiding van het verschijnen van Ge
schiedenis van Zutphen.1 Het behandelt weer een Zutphens raadsel waarover
o.i. meer te zeggen valt dan binnen het kort bestek van het handboek mogelijk
was.
De naam Zutphen (zuidveen) duikt pas op in de middeleeuwse geschiedenis.
Dat gebeurt in een oorkonde uit 1059 over de Zutphense kerk, afkomstig
van de Utrechtse bisschop Willem.2 Die bron dateert van drie eeuwen later dan
de vermelding van de naam Deventer of Wilp en anderhalve eeuw later dan de
vermelding van namen als Wichmond, Oeken, Brummen, Warken, Zelhem,
Hengelo G., Voorst, Velp, Arnhem, Westervoort, Elten, Doetinchem, Apel
doorn e.a.3 Dat mag irritant zijn, vanuit een chauvinistisch Zutphens stand
punt bekeken, maar verklaarbaar is het wel. Veengebieden werden pas als
woongebied gebruikt vanaf de tiende of droge eeuw.4 Ze behoren tot de vroeg
ste ontginningen. Ontginnen van venen was eenvoudig. Men hoefde ze alleen
maar met sloten te ontwateren.
Op nieuw ontgonnen veen kon men in de eerste jaren zelfs broodgraan,
zomerrogge, verbouwen. Als na enige tijd de grond ingeklonken was en wat uit
geput raakte moest men er eerst haver op zaaien en later weiland van maken.
Dit laatste vooral als het grondwaterpeil weer steeg, zoals na 1100 het geval
was.
Na de veenontginning startte men met de zwaardere ontginningen: ooibossen
(horsten) en boskampen, waarna de aanleg van de eerste poldertjes op gang
kwam. Bronkhorst en Buckhorst zijn het eerst bekend uit een vermelding in
1127.5
Wat zeker vreemd blijft is dat Zutphen bij de eerste vermelding al een kerk
met een kapittel bezat en dat er Heren van Zutphen waren die 'langdurig' met
verschillende voorgangers van de bisschop moeilijkheden hadden. Verder blijft
het vreemd dat Zutphen anderhalve eeuw later, rond 1200, na Deventer, dan
toch de belangrijkste plaats in de verre omgeving blijkt te zijn.
'Zutphen' buiten het 'oppidum Sutphaniense'
Op de 1200 hectare land van de latere Stad en Vrijheid van Zutphen,6 moeten
mensen hebben gewoond lang vóór er in 1059 sprake was van een oppidum.
82
DE LATE OPKOMST VAN ZUTPHEN