De kraukte waaraan hij - naar men meende -
reeds lijdende wa^ toen hij in 1842 als student
naar Leiden vertrok maar wier doodelijke aan
raking hij toen wist te ontwijken ja welk gevaar
hij in later tijd zelf meende geheel te boven ge
komen te zijnsleepte hem toch eindelijk in de
volle kraciht van den minnelijken leeftijd (geb. 8
Oct. 1824 was hij ruim 50 jaren oud) ten grave.
Een vriend verliezen zijne vrienden in hem
wij een goed burger. Want burger was hij
als Thorbecke zijn leermeesterin den Yollen
schoonen zin des woords; een goed burger te zijn
was zijn eer en zijn roem.
In den vreemde gestorven
In den vreemde begraven
Pijnlijke gedachte voor verwanten en vrienden
In den geest leggen we een immortellenkrans neer
op zijn graf, tusschen welks gele bloemen een
zilveren piaatje aoorschittertwaarop de woor
den zijn gegriffeld
Aan burgerdeugd en burgertrouw,
Aan Mr. Jacob Dam.
Zijne vrienden en stadgenooten.
Afb.2
Uit de Zutphensche Courant van 3 juli 1875.
wordt. Weliswaar dankt hij deze benoeming aan Thorbecke, die de door hem
in Zutphen behaalde zetel afwijst en kiest voor Groningen waar hij óók verko
zen is, maar niettemin Dam behaalt in tweede instantie 1.008 van de 1.424
uitgebrachte stemmen. Na ontbinding van de Kamer in datzelfde jaar laat Dam
de kiezers weten dat hij ten volle bereid is zijn zetel te laten innemen door geest
verwant Dullert, aan wie hij oudere rechten toekent. Dit politieke spel heeft het
beoogde resultaat, want 'de stem des volks' continueert zijn kamerlidmaat
schap. Hij zal het nadien tot aan zijn dood blijven vervullen.
55