tegenstander, mr M. J. van Löben Seis, als wethouder ten val komt en Dam diens plaats kan innemen. Dan begint voor hem een 14-jarige periode als wet houder. Voor Zutphen begint dan een periode waarin het liberale element steeds meer aan kracht wint. Naast een overigens al sinds 1849 bestaande Zutphensche Courant van libe rale signatuur, wordt begin jaren '60 een liberale sociëteit opgericht. Maar wat belangrijker is, onder stimulerende leiding van wethouder Dam (Openbare Werken, Handel en Nijverheid) komen er allerlei voorzieningen tot stand die leiden tot verbetering van de infrastructuur in en rond Zutphen. Speciale ver melding verdient zijn bemoeienis met de spoorwegverbinding naar Zutphen en de bouw van een nieuwe brug over de IJssel. Voorts het besluit om deel te ne men aan de voorbereidingen tot aanleg van een spoorlijn van Zutphen naar het Roergebied, verbetering van de havenfaciliteiten en kort voor zijn dood de overname van de plaatselijke gasfabriek, een zaak waarover veel commotie was ontstaan. Het particulier bezit van deze fabriek was Dam altijd een doorn in het oog geweest, gezien zijn opvatting dat een zo wezenlijke voorziening daardoor wel eens niet op adequate wijze kon worden vervuld. Ondanks al deze belangrijke en ook wel succesvolle inspanningen zal het Dam en zijn medestan ders niet lukken om aan Zutphen dat moderne karakter te geven dat hun voor ogen heeft gestaan. Mogelijk dat de tegenkrachten binnen de oude toonaange vende kringen ter plaatse nog te sterk zijn geweest of de mentaliteit van de be volking in deze stad in het algemeen daarvoor niet geëigend was. De omstandig heid dat pas in de jaren '70 wordt overgegaan tot slechting van de hinderlijke vestingwerken is en blijft in ieder geval een factor die een mogelijk aanwezige kans op een geheel andere toekomstige ontwikkeling heeft voorkomen. Want op een zo laat tijdstip bleek een ingrijpende koerswijziging - voor Zutphen tenminste - niet meer mogelijk. De voorstanders van een stedelijk beleid, waarbij het accent kwam te liggen op een woonstadfunctie (en dat liefst voor de wat meer gegoeden) en behoud van haar landelijk karakter, zullen over deze ontwikkeling niet rouwig geweest zijn. Gedurende zijn bestuurlijke jaren heeft Jacob Dam zich ontpopt als een alom gewaardeerd ingezetene, bovendien actief en organisatorisch betrokken bij allerlei sociaal-culturele instellingen als de rederijkerskamer Polyhymnia, het genootschap Pictura en de schietvereniging St. Hubert. Dat de liberale Zutphensche Courant in 1875 in een necrologie over hem de loftrompet steekt, is vanzelfsprekend, maar ook de Nieuwe Zutphensche Courantvan anti-libe rale signatuur, waagt het niet om in de korte vermelding van zijn overlijden een kwaad woord over hem te zeggen. Als ware het een beloning voor zijn gewaar deerd politiek optreden, wordt hij in 1866 verkozen tot afgevaardigde voor Zutphen naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wanneer door de benoe ming van mr P.P.Bosse tot minister van Financiën daar een plaats vacant 54

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1991 | | pagina 8