ontwikkeling en ontspanning, een terrein waarop Jacob Dam eveneens zijn sporen verdiend heeft. Hij is bestuurslid geweest van de Vereniging Zutphen voor Volksvermaak en lid van diverse schoolcommissies. Maar zeker de Spaar kas heeft hij een zeer warm hart toegedragen, gezien zijn bijna 'levenslange' staat van dienst daarbij en omringd als hij zich wist door stadgenoten die zijn opvattingen deelden. Het merendeel van de oprichters kwam namelijk voort uit de Zutphense bouwwereld, het milieu waartoe ook Dams vader had behoord en waarin ondermeer ook David Evekink (1834-1871) - naar wie in 1873 de in Zutphen bekende David Evekinkstichting is vernoemd - figureerde. De politieke carrière van Jacob Dam neemt een aanvang in 1850. Op 26-jarige leeftijd treedt hij toe tot de Provinciale Staten van Gelderland. Waarschijnlijk zal hij van dat gezelschap op dat moment wel het jongste lid geweest zijn. Waaraan heeft hij deze zo merkwaardig snelle stijging op de politieke ladder te danken? Vermoedelijk niet aan zijn persoonlijkheid die dan nog nauwelijks profiel zal hebben gekregen. Veeleer aan een soort politieke evenwichtssituatie, die in Zutphen midden vorige eeuw was ontstaan tussen conservatief en libe raal. Uit verkiezingsuitslagen rond de jaren '50 valt dit op te maken. Zo werd bijvoorbeeld in 1848 de liberaal Dullert met zeer gering verschil gekozen voor de Tweede Kamer (54%). Zeer waarschijnlijk is dit bij de verkiezing van Dam ook het geval geweest, misschien wel tot zijn eigen verbazing. Een gering aantal stemmen heeft dan daarbij de doorslag gegeven. Bestudering van de notulen van de Statenvergaderingen leidt niet tot de con clusie dat Dam gedurende de 13 jaar van zijn lidmaatschap een prominente rol in dit vertegenwoordigend lichaam heeft gespeeld. We vinden hem slechts spo radisch vermeld als spreker of indiener van amandementen en de onderwerpen waarover hij zijn licht laat schijnen, zijn in het algemeen ook niet van spectacu laire aard, in zoverre dat in die tijd mogelijk was op provinciaal niveau. Is hier voor misschien, naast zijn leeftijd, ook verantwoordelijk het feit dat te midden van in het algemeen zeer behoudende en gearriveerde vertegenwoordigers (on geveer een derde is van adel) het liberale geluid van de 'homo novus' uit Zut phen niet op al te vruchtbare bodem viel? Wat hij per amandement voorstelde, vond meestal in de ogen van een meerderheid geen genade. Blijken van zijn li beraal getuigen in de Staten zijn ondermeer zijn aandringen op meer besluitvor ming door de Statenvergadering, dus minder ter regeling over te laten aan het College van Commissaris en Gedeputeerden, zijn verzet tegen de nog steeds be staande verplichting tot het verrichten van hand- en spandiensten en zijn de aandacht richten op het primaat van gelijkheid voor de wet, dit laatste onder andere bij aanvragen tot subsidieverlening. Een enkele maal zien we hem in de bres springen voor lokale en/of regionale belangen. Zo toont hij zich een tegen stander van het besluit der Staten om de Berkel blijvend te laten ressorteren on- 52

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1991 | | pagina 6