B.LOOPER
De laatste jaren is de belangstelling voor tuinen en tuinarchitectuur sterk toe
genomen. Een groot aantal boeken legt daarvan getuigenis af. En soms speelt
in zo'n publikatie een moderne Zutphense stadstuin een rol. Maar ook op
andere manieren kan men kennis nemen van het bestaan van Zutphense stads
tuinen. De beklimming van de toren van de St. Walburgskerk wordt beloond
met een blik op de vele tuinen die de binnenstad nog rijk is, maar die zich op
de begane grond aan het oog van de wandelaar onttrekken door muren en
schuttingen.
Hoe was het in het verleden met de Zutphense stadstuinen gesteld? Bestu
deert men de kadastrale atlas van 1823 en de bijbehorende 'oorspronkelijk aan
wijzende tafel' (deze bronnen zullen in het najaar worden gepubliceerd), dan
valt op hoeveel tuinen de stad toen nog rijk was. Niet voor niets werd Zutphen
al in de zeventiende en achttiende eeuw geprezen als een ruime en frisse stad,
niet alleen vanwege de brede straten en pleinen, maar ook door de aanwezig
heid van het vele 'groen'. De eerste kadastrale kaarten geven de situatie weer
van vlak vóór de sterke bevolkingsgroei en de daarmee gepaard gaande bebou
wing van de open ruimte. Vanaf ongeveer 1840 werden vele tuinen opgeofferd
aan de huisvesting van de duizenden nieuwe Zutphenaren.
Over de inrichting van de stadstuinen vóór 1900 zijn we slecht geïnformeerd.
Algemene stadsplattegronden zijn onbetrouwbaar en bouwtekeningen van hui
zen - laat staan ontwerptekeningen van tuinen - zijn zeldzaam. Een voor
lopige inventarisatie heeft echter een prachtig voorbeeld van een Zutphense
stadstuin aan het licht gebracht. In het Notarieel Archief bevindt zich onder
inventarisnummer 266 een aantal prachtige ingekleurde tekeningen van het
pand Zaadmarkt 91 en de daarbij behorende tuin. De tekeningen dateren van
1815 en zijn van de hand van de bekende Zutphense architect T. Wittenberg.
Zaadmarkt 91, nu het gebouw van de Raad voor de Kinderbescherming, be
stond oorspronkelijk uit vier afzonderlijke panden. In 1615 verwierf Gabriel
de Ollario het gehele complex en vestigde er zijn bank van lening (zie Oud-
Zutphenle jaargang, 1982, pp. 46-58). In de late zeventiende eeuw kwamen
de panden in handen van de Wentholts. In 1816 verwierf de familie Nijenhuis
het reeds tot één pand samengesmolten complex. Rond de eeuwwisseling was
er het beroemde Hotel du Soleil van Wennips gevestigd.
De tekeningen zullen gemaakt zijn in verband met de verwerving van het
67
EEN ZUTPHENSE LANDSCHAPSTUIN UIT DE
VROEGE NEGENTIENDE EEUW